6
Raak [OK] aan nadat u een nieuwe
naam hebt ingevoerd.
Het scherm [Parameterlijst] wordt weergegeven.
7
Raak [Sluit] aan.
Het scherm [Sp. papierbestur.] wordt weerge-
geven.
BAls de naam niet in het weergave-
gebied past, wordt het laatste
gedeelte van de naam weergege-
ven als "...".
De opgegeven instellingen wissen
1
Raak [Speciale papierbest] op het
tabblad [Functies] aan.
2
Raak [Invoer/Bel] aan.
3
Raak [Verwijd.] aan.
4
Raak de knop aan die u wilt wis-
sen.
5
Raak [OK] aan in het bevestigings-
scherm.
Het scherm [Parameterlijst] wordt weergege-
ven.
6
Raak [Sluit] aan.
Het scherm [Sp. papierbestur.] wordt weerge-
geven.
Hoofdstuk 4 Functies voor afdrukken
De positie van de papieruitvoerge-
leiders aanpassen
[Uitw.gel. controle]
De papieruitvoergeleiders dienen om de afdrukken
in de papierontvangstlade te deponeren. Normaal
gesproken wordt de positie van de papieruitvoerge-
leiders automatisch aangepast aan het papierfor-
maat en de stand van de instelhendel voor
papierinvoer
(A
28).
Wanneer u papier gebruikt waarvoor de positie niet
automatisch kan worden aangepast, schakelt u
[Uitw.gel. controle] in. De papieruitvoergeleiders
worden dan op een speciale positie gezet.
BAls [Uitw.gel. controle] niet wordt weer-
gegeven, zijn speciale instellingen ver-
eist. Raadpleeg uw dealer of een
erkend reparateur voor meer informa-
tie.
BU kunt de standaardinstelling wijzigen bij
[Uitgangsgidscontr.]
[Admin.].
1
Raak [Uitw.gel. controle] op het
tabblad [Functies] aan.
Papieruitvoergeleiders
(A
108) onder
77
4