Inhoudsopgave
Advertenties
6.
6 . 4 Werkingsstoringen
Storingen
Ontstekingsmoeilijkheden van de brander
De intermitterende waakvlam brandt, dooft echter
onmiddellijk en het relais valt in storing
De veiligheidsthermostaat voor oververhitting valt in
storing
Niet voldoende verwarming of sanitair warm water
Ontgrendelingsknop
oververhittings-
thermostaat
LED
voelerstoring
VeiligheidsLED
oververhitting
Réf. : CH - 1193 - A - 0 - FL
• Nazien of de ketelthermostaat of de weersafhankelijke regeling zich in een
stand naar warmtevraag bevindt.
• De gasdruk nagaan bij een openingspoging van de gasklep, indien nodig de
gasleiding ontluchten langs stroomopwaartse meetopening.
• De elektrische voeding controleren: fase op klem L en nulleider op N.
• De degelijkheid van de elektrische verbindingen tussen de relais, gasklep en
elektroden controleren.
• Controleren of de oververhittingsthermostaat of de TTB-thermostaat niet
vergrendeld is.
• De gasdruk nazien zoals hierboven.
• De elektrische voeding controleren en meer bepaald de correcte aansluiting
van de fase en nulleider op de aansluitklem van de ketel.
• Indien de installatie tweefasig werkt, 220V tussen de fases, elke fase ongeveer
115V, een scheidingstransformator plaatsen.
• De spanning tussen de nulleider en de aarding controleren, er moet een
spanning zijn van minder dan 4 V. Is dit niet het geval de installatie door een
professional laten nakijken.
• De staat van de verbindingskabels voor de ontsteking en ionisatie nazien.
• Controleren of er geen parasitaire massaverbinding zit tussen de kern van de
elektrode en de aarding.
• Bij de opsporing van een ionisatiedefect brandt de LED voor de beveiliging.
Een ontstekingspoging ondernemen door de ontgrendelingsknop in te drukken.
• Nagaan of de ionisatiestroom hoger ligt dan 2µA.
• Bij oververhitting onderbreekt de veiligheidsthermostaat de voeding naar de
gasklep en valt deze in veiligheid.
• De veiligheidsthermostaat activeert bij een abnormale stijging van de
watertemperatuur in de ketel en onderbreekt de brander. Voordat u de
thermostaat weer activeert, moet u de oorzaken van deze defecten onderzoeken.
De thermostaat ontgrendelen, door de groene knop in te drukken na eerst de dop
verwijderd te hebben, wanneer de keteltemperatuur onder de 50°C gezakt is.
• De werking en de stand van de ketelthermostaat nazien, zich ervan vergewissen
dat de veiligheidsthermostaat niet in storing is, wanneer dit defect aanhoudt:
- met een spiegeltje controleren of er geen terugslag van rookgassen is rond
de trekonderbreking (wasem).
- zonodig de staat van de schoorsteen nakijken.
Controle-ontstekingsrelais
Ontgrendelingsknop
brander
VeiligheidsLED
brander
18
Hoe de storingen opheffen
Drukmeetopening stroomopwaarts
Drukmeetopening op
spuitstukken
Advertenties
Inhoudsopgave
