Montageprocedure
5.1.4
Luchtspoeling
De optische vensters kunnen met droge lucht of stikstof worden gespoeld via pneumatische
poorten, waardoor condensvorming op de optische vensters wordt voorkomen.
1
2
6
Spoelgasaanvoer via aansluitingen naar de detector en lamp van de procesfotometer
1
Toevoer perslucht of stikstof
2
Luchtdroger (niet nodig voor stikstof)
3
Drukregelaar
4
Doorstroomregelaar
5
Procesfotometer OUSTF10
Het spoelgas moet schoon en droog zijn (ultra zero lucht).
Maximale overdruk:
Debiet:
5.2
Montage van de sensor
De sensoren zijn speciaal ontworpen zodanig dat deze kunnen worden geïnstalleerd in het
proces samen met een doorstroomarmatuur, zoals de OUA260. De doorstroomarmatuur kan
direct in de procesleiding worden geïnstalleerd of in een bypass-leiding.
De sensor kan niet zonder armatuur worden gebruikt.
‣
Zorg ervoor dat de sensorbehuizing en de detectorbehuizing horizontaal zijn uitgelijnd. Dit
waarborgt dat de optische vensters verticaal zijn uitgelijnd waardoor afzettingen op de
vensteroppervlakken wordt voorkomen.
‣
installeer de sensor bovenstrooms van de drukregelaars.
‣
Laat voldoende ruimte over voor de kabelconnector aan het einde van de lamp en aan het
einde van de detectorbehuizing. Ongehinderde toegang tot deze gebieden is ook nodig voor
aansluiten en losmaken.
‣
Bedrijf van de sensoren onder druk voorkomt het vormen van gas- of luchtbellen.
12
3
4
0,07 bar (1 psi)
50 tot 100 ml/min
OUSTF10
5
A0054701
Endress+Hauser