3.4. Installatie en elektrische aansluiting
3.4.1. Standplaats
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Gevaar voor schade aan het apparaat door onjuist
gebruik.
Plaats de koelkast in een droge en goed geventileerde ruimte.
Om bij beschadiging van het koelsysteem een voldoende
hoeveelheid lucht te waarborgen, moet de ruimte een
oppervlak hebben van ca. 4 m².
Houd bij installatie rekening met de ruimte die voor het
apparaat nodig is (zie "7.2. Koelkast opstellen en waterpas
zetten" op blz. 23)
Het apparaat is geschikt voor de klimaatklassen ST en N (zie
het typeplaatje). Bij een omgevingstemperatuur van 16 °C
tot 38 °C is het koelvermogen van het apparaat optimaal. Bij
afwijkende temperaturen kan het vermogen van het apparaat
afnemen.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme omstandigheden.
Vermijd:
− hoge luchtvochtigheid en vocht
− extreem hoge en lage temperaturen
− direct zonlicht
− open vuur
WAARSCHUWING!
Brandgevaar!
Onvoldoende luchtcirculatie kan leiden tot
oververhitting.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen in de behuizing,
rondom het apparaat en in de inbouwnis niet geblokkeerd
zijn.
11