152 | DR 600 | Softwareconsole en buiskopdisplay
Positietracking op de radiografische tafel
De knop positietracking op het hoofdscherm van het buiskopdisplay geeft
aan of tracking kan worden uitgevoerd.
Tabel 12: Trackingstatus
Bij tracking wordt de beweging van twee onderdelen gesynchroniseerd:
• Het aanpassen van de tafelhoogte heeft invloed op de hoogte van de
röntgenbuis. De SID wordt constant gehouden.
• Het aanpassen van de positie van de tafelbucky heeft invloed op de
longitudinale positie van de röntgenbuis.
• Het aanpassen van de longitudinale positie van de röntgenbuis heeft
invloed op de positie van de tafelbucky.
• Het aanpassen van alfarotatie van de buiskopeenheid heeft invloed op de
positie van de tafelbucky.
Tracking inschakelen:
1. Druk op de knop voor positietracking op het buiskopdisplay.
Tabel 13: Trackingstatus
2. Pas de tafelhoogte, de positie van de tafelbucky, de longitudinale positie
van de röntgenbuis of de alfarotatie van de buiskopeenheid aan.
Het corresponderende onderdeel (röntgenbuis of tafelbucky) beweegt
mee.
3261L NL 20220630 1621
Tracking kan worden uitgevoerd, maar is niet geactiveerd.
Tracking kan niet worden uitgevoerd.
Zorg dat de röntgenbuis naar de detector wijst en dat de af-
stand tussen de buiskopeenheid en het tafelblad groter is
dan 50 cm en dat de buiskopeenheid niet in een botsingsge-
bied is.
Tracking is geactiveerd.