3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Gebruik de vierwegbesturing (23) om te kiezen
uit [Auto], [Body eerst] en [Grip eerst].
4
Druk op de knop 4.
5
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Als zowel in de camera als de greep een batterij is geplaatst, worden beide even gebruikt
om het resterende vermogen te testen, ongeacht de instellingen bij [Batterij kiezen].
Opnamestandinstellingen selecteren om op te slaan
in de camera
U kunt opgeven welke instellingen moeten worden opgeslagen als de camera wordt uitgezet.
U kunt de volgende instellingen opslaan: flitsfunctie, transportfunctie, witbalans,
gevoeligheid, LW-correctie, Auto Bracket, weergavestijl en Bestandsnr.
De standaardinstelling is Alle (Aan).
1
Selecteer [Geheugen] in het menu [A Opname].
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geheugen] verschijnt.
Batterij kiezen
Auto
Body eerst
Grip eerst
Annul.
MENU
Geheugen
Flitsinstelling
Transportfunctie
Witbalans
Gevoeligheid
Belicht. corr.
Auto Bracket
MENU
199
OK
OK
4
1/2