Het volume van de beltoon aanpassen
Het apparaat begint met afdrukken terwijl ik probeer om
gegevens door te sturen...
Voordat u ontvangen faxgegevens doorstuurt naar
een gedeelde map moet u eerst controleren of de
bestemmingscomputer is ingeschakeld.
Als de computer niet is ingeschakeld dan drukt het
apparaat de ontvangen faxgegevens af. Wanneer
gegevens worden doorgestuurd naar meerdere
computers en één van de computers is uitgeschakeld,
dan worden de ontvangen gegevens afgedrukt.
Het communicatierecord van het apparaat controleren
Om het communicatierecord van het apparaat te controleren met de
beeldverzendfunctie, volgt u de stappen hieronder om een rapport van de
beeldverzendactiviteit af te drukken.
Het rapport beeldverzendactiviteit wordt afgedrukt vanuit de systeeminstellingen
(beheerder).
Druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
en druk vervolgens op [Lijst afdrukken (beheerder)] - [Activiteitenrapport
verzenden van afbeeldingen] om het rapport af te drukken.
Als de beltoon bij de ontvangst van een fax te hard of te zacht is, volgt u de
stappen hieronder om het volume aan te passen.
Het faxtoonvolume kan worden aangepast in de systeeminstellingen (beheerder).
Druk op de toets [SYSTEEMINSTELLINGEN] op het bedieningspaneel.
Druk op [Instellingen Beeld Verz] - [Faxinstellingen] - [Fax-Standaardinstellingen] -
[Luidsprekerinstellingen] - [Belvolume], in deze volgorde, en selecteer vervolgens
het gewenste volume.
Bestemming
8-7
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Computer aanzetten
Inhoudsopgave
Z
Z
Z
Z