7.1
Voorbereidingen en controlemaat-
regelen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rainsystem AF150 • Ed.01/2024-07
LET OP
Wij adviseren de eerste inbedrijfname van de installatie door de Wilo-
servicedienst te laten uitvoeren.
• Neem hiervoor contact op met de dealer, de dichtstbijzijnde Wilo-
vestiging of met de Wilo-klantenservice.
LET OP
Automatische inschakeling na stroomuitval
Het product wordt procesafhankelijk in- en uitgeschakeld via afzonder-
lijke besturingen. Na stroomuitval wordt het product automatisch weer
ingeschakeld.
•
Voor de eerste keer inschakelen moet de bedrading ter plaatse worden gecontroleerd op
correcte uitvoering, vooral wat betreft de aarding.
•
Leidingen op spanningsvrijheid controleren.
•
Vul de buffertank via de vlotterkraan door de verswatertoevoer te openen. Verwijder, in-
dien aanwezig, de transportbeveiliging (Fig. 7a, pos. 30) op de vlotterkraan.
•
Controleer de stand van de vlotterkraan (Fig. 7a, pos. 5) en de vlotterbal (Fig. 7a, pos.
5b).
•
Controleer of het waterniveau ongeveer 5 cm onder de overloop staat tijdens het sluiten
van het ventiel. Stel het ventiel bij indien nodig.
•
Ontlucht de pompen voor de inbedrijfname.
–
Draai voor het ontluchten van de pompen de vul-/ontluchtingsschroef los (Fig. 2c,
pos. 26, Fig. 6).
–
Vul de pomp door de vulopening met water.
–
Sluit de vul-/ontluchtingsschroef weer.
LET OP
• Gedetailleerde aanwijzingen over de pomp vindt u in de bijgevoegde
inbouw- en bedieningsvoorschriften voor de pomp.
•
Controleer de verbindingen van de watervoerende onderdelen op dichtheid.
•
Afsluitarmaturen aan de pomp en in de aanzuig- en persleiding openen.
•
Vul de installatie via de modus "Suppletie in handbedrijf" (zie de inbouw- en bedie-
ningsvoorschriften van het regelsysteem) en controleer visueel op lekkage.
LET OP
• Raadpleeg de gedetailleerde instructies in de bijgevoegde inbouw- en
bedieningsvoorschriften van het regelsysteem.
•
Controle en instelling van de vereiste bedrijfsparameters op het regelsysteem conform
de bijgevoegde inbouw- en bedieningsvoorschriften.
•
Open de armatuur aan de verbruikerszijde en vul de installatie volledig in de verswater-
modus.
•
Sluit de armatuur aan de verbruikerszijde en controleer of de pomp(en) correct worden
uitgeschakeld. De verbindingen van de watervoerende onderdelen op dichtheid contro-
leren
•
Als het regenwaterreservoir voldoende gevuld is en de vulpeilsensor correct geïnstal-
leerd is, controleer dan de ontluchting van de zuigleiding in de bedrijfssituatie Automa-
tisch in Regenwaterbedrijf.
–
Open de armatuur aan de verbruikerszijde.
–
Laat de pompen draaien totdat de werkdruk en het debiet worden bereikt.
–
Sluit de armatuur aan de verbruikerszijde en controleer of de pomp(en) correct wor-
den uitgeschakeld.
•
Controleer het membraanexpansievat (Fig. 3b, pos. 7) op correct ingestelde voordruk
(Fig. 3b en 4). Hiervoor:
nl
31