installeren; deze worden samen met de ventilatielucht
afgevoerd door het bovenste rooster.
N.B.: Bij deze methode van ventileren gebruikt men boven
en beneden hetzelfde soort rooster, zonder de
geïntegreerde doorvoer voor de gassen. Ook het eventueel
geleverde T-stuk is in dit geval niet nodig.
Een aluminium plaat (B), fig. 6, boven de uitlaatbuis in het
inbouwvak (I) vergemakkelijkt de afvoer van warmte.
Verklaring van de aanduidingen in fig. 6:
A Frame R 1640 voor ventilatierooster
B Geleideplaat, zie fig. 9.
C Condensor (maakt deel uit van koelaggregaat)
D Ventilatierooster A 1620
E Afdichtingsstrip Electrolux artikelnr. 295 1147-10
F Koelkast
G Houten lat, ca. 10 x 20 mm
H Hoogte inbouwvak (zie onder TECHNISCHE GEGE-
VENS)
I
Uitlaatpijp
FLESSENGAS-AANSLUITING
De koelkast is ontworpen voor het gebruik op Propaan of
Butaan met een druk van 30mbar (300 mmwk) of 50mbar
(500mmwk). Controleer het typeplaatje.
WAARSCHUWING Controleer de gasdruk; deze staat
aangegeven op de drukregelaar (is reductieventiel) van
de betreffende gasfles.
De koelkast mag niet op stads- of aardgas gebruik worden.
Laat de gasaansluiting door een erkend vakman maken.
Zie toe dat de gasleiding zo gelegd is dat deze niet kan
beschadigen.
Laat een bereikbare tussenkraan monteren.
Zie toe dat alle koppelingen op lekkage gecontroleerd
worden; dat kunt u ook zelf door ze in te smeren met een
water/zeepoplossing (bellen blazen) terwijl de kranen
open zijn, zodat er druk op de leiding staat. Gebruik nooit
open vuur, zoals een aansteker, om lekkage vast te
stellen.
Sleutel nooit aan een drukregelaar; zodra u hem niet
meer vertrouwt (dat merkt u doorgaans ook aan de
branders van uw kooktoestel), koop dan een nieuwe van
goede kwaliteit.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
230 V aansluiting
Controleer het typeplaatje; daar moet 230 V op staan.
Indien het aansluitsnoer het randaardestopcontact niet kan
bereiken, laat dan een erkend vakman een voorziening
maken. Gebruik geen verlengsnoer.
De leidingen moeten binnen de ombouw zo gelegd of
opgehangen worden dat ze niet met scherpe of hete
delen van de koelkast in aanraking kunnen komen.
12 V aansluiting
Verbind de 12 V-aansluiting van de koelkast direct met de
boordaccu. Let op de polariteit (+ en -). Teneinde span-
ningsverlies over de leidingen te beperken moet de koper-
doorsnede tenminste 2,5 mm
minder dan 9 m is of tenminste 4 mm
dan 9 m is.
In de plus-leiding dient een zekeringhouder met een ze-
kering van 16 A opgenomen te worden.
Teneinde te voorkomen dat de boordaccu ontladen wordt
tijdens lange parkeerperiodes dient de koelkast via een
relais aangesloten te worden, wat de voeding afschakelt als
de automotor stilstaat.
De letters in het schema betekenen:
Schema voor aansluiting op netspanning: fig. 9
Schema voor aansluiting op 12V gelijkspanning
fig. 10...fig. 12
A Elektronische ontsteking/herontsteking
B Bougie (bij de brander)
C 12V verwarming
D Schakelaar voor gebruik op 12V
E Schakelaar voor de gasontsteking
F Elektro-thermostaat
G 230V verwarming
H Netschakelaar
J Aansluiting (alleen voor Scandinavie)
L Aansluiting
12 V verzorging ten behoeve van
herontsteking (RM 4181)
Figuur 12 toont het schema van het apparaat in de lever-
ingstoestand. De 12V wordt op de klemmen aangesloten.
De eletronische ontsteker (A in fig. 10) wordt, via de twee
bruggen (A) door de klemmen (L) verzorgd.
Wij bevelen aan om zowel de ontsteker apart aan 12V aan
te sluiten. Daarvoor moeten de twee bruggen (A) verwijderd
worden en de directaansluiting volgens figuur 11 gemaakt
worden.
Wij raden af om de heronststeking direct op een laadin-
richting aan te sluiten indien de laadinrichting niet van
een tussengeschakelde accu voorzien is.
54
2
bedragen als de lengte
2
als de lengte meer