9.2 Gasvoorziening
3
2
1
De caravan is voorzien van een propaangasinstalla-
tie. Deze installatie voedt de volgende toestellen:
-
kooktoestel
-
koelkast
-
verwarming
-
evt. warmwaterboiler
-
evt. speciaal toebehoren
-
evt. oven
Disselbak
De disselbak is berekend op 2 x 11 kg propaan-
j
gasflessen
. De gasflessen zijn via een veilig-
heidsregelaar met een slang
leiding aangesloten. Elke fles is met twee riemen
aan de gasfleshouder bevestigd
Gasflessen mogen uitsluitend in de
disselbak worden vervoerd.
Voor de disselbak geldt
• Controleer de bevestiging van de gasflessen
vóór iedere rit. De gasflessen moeten rechtop
staan en het ventiel moet worden gesloten.
• Trek losse riemen weer vast.
• Steeds als een gasfles verwisseld is, moet met
een lekzoekmiddel worden gecontroleerd of
de aansluiting van de gasdrukregelaar hele-
maal dicht is.
• Een disselbak is per definitie niet spatwater-
dicht en dus niet geschikt voor het transporte-
ren van goederen (bijv. de voortent e.d.)
• De hoofdafsluiters van de gasflessen moeten
te allen tijde bereikbaar blijven.
• De ontluchtingsopening van de disselbak
(spleet tussen de bodem van de disselbak
en de wand van de caravan mag niet worden
afgedekt.
• Sluit de disselbak af met een slot om te voor-
komen dat onbevoegden zich toegang ver-
schaffen tot de gasflessen.
Gasflessen moeten tijdens het rijden
gesloten zijn.
Maak bij 5 kg-gasflessen gebruik van
een speciaal kunststof inzetstuk (spe-
ciaal accessoire).
k
op de toevoer-
l
.
09-3