De scherpstelling selecteren
=
Standaard
q
Macro
3
Pan Focus
s
Oneindig
Handmatig
\
scherpstellen
1
Tik in de opnamestand op de LCD-monitor.
De [opnamewerkbalk] verschijnt.
2
Tik op het pictogram = (Scherpstelling).
• Het pictogram van de geselecteerde scherpstelling
verschijnt in plaats van het pictogram =.
• Het scherm Scherpstelling verschijnt.
3
Tik op de gewenste scherpstelling.
• De instelling wordt opgeslagen en de camera
keert terug naar de opnamestand.
• Druk op de knop Q om terug te gaan naar de weergavestand.
Pas op
U kunt de optische zoom niet gebruiken wanneer de scherpstelling is ingesteld op q (Macro).
Alleen de digitale zoom is dan beschikbaar.
Memo
• Als scherpstellen niet mogelijk is met = (standaard), werkt de camera als volgt.
• Wanneer de flitser afgaat of wanneer [Witbalans] is ingesteld op [TL-licht] of [Lamplicht],
stelt de camera scherp op een afstand van 2 m.
• In alle overige situaties wordt automatisch [Pan Focus] geselecteerd als scherpstelling.
• Als scherpstellen niet mogelijk is met q (Macro), kan er geen opname worden gemaakt.
Gebruik deze functie wanneer de afstand tot het onderwerp meer
dan 40 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het scherpstelveld
wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Gebruik deze functie wanneer de afstand tot het onderwerp ongeveer 15
tot 40 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het scherpstelveld
wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt.
Gebruik deze functie wanneer u wilt dat op alles van dichtbij tot veraf wordt
scherpgesteld. Kies deze functie wanneer u iemand vraagt een foto
van u te maken of wanneer u een opname van een landschap maakt
door het raam van een rijdende auto of trein.
Gebruik deze functie voor het maken van opnamen van voorwerpen
in de verte. De flitser is vast ingesteld op a (Flitser uit) en de scherpstelling
is vast ingesteld op oneindig.
Met deze functie past u de scherpstelling handmatig aan.
Scherpstellen
Focusinst.
Pan
Stand.
Macro
Focus
Handm.
Oneindig
scherpst
3
63