Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sectie 5: Instelprocedure; Pneumatische Aansluitingen Naar De Gepurgeerde Behuizing; Elektrische Aansluitingen Naar De Gepurgeerde Behuizing; Elektrische Signalen Vanaf De Gepurgeerde Behuizing - Biotector B3500 Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

P
9
15
AGINA
VAN

Sectie 5: Instelprocedure.

5.0 Pneumatische aansluitingen naar de gepurgeerde behuizing.

Sluit de luchttoevoer aan op de purgeerregelaar. De druk dient tussen de 6 en 7 bar te zijn.
De geregelde druk wordt aangepast om de druk van de F-321-purgeercontroller te verkrijgen zoals beschreven
in het instructieplaatje voor opstarten.
De typische luchtvereiste is 40-60 L/min voor operationeel purgeren, 120 L/min voor eerste keer purgeren.
N.B.: De lucht moet droog (<20 C), stofvrij en olievrij zijn.
De aansluiting is typisch ¼" BSP vrouwelijk.

5.1 Elektrische aansluitingen naar de gepurgeerde behuizing.

Elektrische aansluitingen moeten voldoen aan de relevante ATEX-richtlijnen en specificaties van de locatie.
De F-321-purgeercontroller heeft voeding nodig, de vereiste spanning wordt aangegeven op het classificatielabel
van de F-321. De bedrading moet door een elektrische isolator met classificatie ATEX Zone 2 (of hoger) worden
geleid, die zich binnen 2 meter van de F-321-purgeercontroller bevindt.
Er moet minimaal een alarm voor het verlies van purgeren worden verzonden naar een locatie waar continu
personen aanwezig zijn. Hiervoor kan een van de contacten K1 of K2 worden gebruikt. Als lokale voorschriften
een uitschakeling van de analyser vereisen, kunnen hiervoor opnieuw de contacten K1 of K2 worden gebruikt.

5.2 Elektrische signalen vanaf de gepurgeerde behuizing.

De BioTector B3500 analyser heeft spanningsvrije contacten waarop de gebruiker signaalkabels kan
aansluiten, en beschikt ook over bekrachtigde 4-20ma-uitgangen en andere gegevensuitgangen. Wanneer de
stroomvoorziening naar BioTector geïsoleerd is, betekent dit niet dat de voeding die van de gebruikersinterfaces
naar deze BioTector-uitgangen gaat geïsoleerd is. Daarom moet de gebruiker ervoor zorgen dat alle externe
signalen die op de BioTector zijn aangesloten, worden beschermd tegen dit scenario, bijvoorbeeld door het
gebruik van isolatiebarrières tussen deze bedrading en de BioTector B3500-analyser.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave