3. Belfuncties
Het luidsprekervolume aanpassen
U past tijdens een gesprek of als de telefoon overgaat het geluidsvolume
aan door het Navi-wiel naar links of naar rechts te draaien om het
volume zachter respectievelijk harder te zetten.
Als u het geluidsvolume aanpast, ziet u de horizontale balk boven in het
scherm mee veranderen. Druk op het Navi-wiel als op het scherm
Volume opslaan
vermeld staat.
Druk in de stand-by modus of als er een gesprek binnenkomt op
het geluid van de carkit uit te schakelen. U herstelt het oorspronkelijke
geluidsvolume door op
Opbellen
Draai in de stand-by modus het Navi-wiel naar links om een
telefoonnummer in te voeren. Blader naar het eerste cijfer van het
telefoonnummer en druk op het Navi-wiel. Selecteer op dezelfde manier
de volgende cijfers van het telefoonnummer. (Druk op
laatste cijfer te wissen.) Als het hele telefoonnummer in beeld staat,
drukt u op
om het nummer te bellen. Druk op
beëindigen (of om een oproep te onderbreken).
Zie Contactpersonen zoeken p. 18 als u een contactpersoon in
Contacten
wilt zoeken.
Druk op
om de lijst met de laatst gekozen nummers weer te geven.
Druk tweemaal op
U kunt spraakgestuurde nummerkeuze van uw mobiele apparaat
activeren door op
apparaat deze functie in combinatie met de carkit ondersteunt. Volg de
instructies in de gebruikershandleiding van het apparaat. Voordat u
spraakgestuurde nummerkeuze voor het eerst gaat gebruiken, moet u
spraaklabels voor de gewenste contactpersonen in het apparaat
opslaan.
te drukken.
om het laatst gedraaide nummer te bellen.
te drukken als u geen gesprek voert, mits het
B e l f u n c t i e s
om
om het
om het gesprek te
15