M e n u f u n c t i e s
4. Menufuncties
Contacten
U kunt namen en telefoonnummers (contactpersonen) van het
compatibele mobiele apparaat naar de carkit kopiëren en de
gekopieerde contactpersonen gebruiken om te bellen. De
contactpersonen worden opgeslagen in het menu Contactpersonen.
Contactpersonen zoeken
In de stand-by modus zoekt u een contactpersoon door het Navi-wiel
naar rechts te draaien, of door op het Navi-wiel te drukken en
Contacten
>
Zoeken
Selecteer de eerste letter van de naam. (Met de rechterpijl kunt u meer
beschikbare lettertekens zien.) U kunt dit vier keer herhalen. Druk op
om de laatste letter te wissen. Druk op
beginnen met de ingevoerde letters, of selecteer
terug naar de lijst lettertekens.
Blader naar de gewenste naam. Druk op
nummer van de geselecteerde naam te bellen, of druk op het Navi-wiel,
blader naar het gewenste telefoonnummer en druk op
Snelkeuzenummers
Snelkeuzenummers verschaffen u een manier om telefoonnummers die
u veel gebruikt snel te bellen. U kunt een telefoonnummer toekennen
aan een van de snelkeuzenummers 1 tot en met 9.
U moet de snelkeuzenummers instellen voordat u gebruikmaakt van de
snelkiesoptie (zie Andere instellingen p. 21).
U kunt de snelkiesoptie instellen door in de stand-by modus op het
Navi-wiel te drukken en
• Selecteer
Bekijken
snelkeuzenummers zijn toegekend te bekijken, en blader door de lijst.
Druk op het Navi-wiel om de geselecteerde contactpersoon te bellen.
18
te selecteren.
Contacten
>
Snelkeuzen
om de contactpersonen die aan
om de namen te bekijken die
. U gaat met
om het standaardtelefoon-
.
te selecteren.