7.
Bedrijfsvoorwaarden
7.1.
Brandstoffen
De Pyronox LRP NT Plus ketel is ontworpen voor gebruik van huisbrandolie en aardgas.
Belangrijk:
Het gebruik van andere brandstoffen, zoals biogas, is alleen toegestaan met uitdrukkelijke
toestemming van de fabrikant.
7.2.
Verbrandingslucht
De verbrandingslucht mag geen hoge stofconcentraties hebben.
Belangrijk:
De verbrandingslucht moet verder vrij zijn van halogenen (chloor-, fluorverbindingen). Een
overmatige halogeenbelasting van de verbrandingslucht leidt tot grote corrosieschade. Let erop dat
er geen verf, verdunner, reinigings-, ontvettings- of oplosmiddelen, chloor e.d. in de ketelruimte
worden opgeslagen!
7.3.
Vullen van de installatie en waterkwaliteit
Voor het definitief vullen van de installatie moet er grondig gespoeld worden.
Controleer als er de eerste keer of later gevuld wordt de kwaliteit van het water volgens de richtwaarden in
paragraaf 4.2. Slechte waterkwaliteit leidt in verwarmingsinstallaties tot schade door steenvorming en corrosie.
Met goed geconditioneerd water kunnen de levensduur, de werkingszekerheid en het economisch gebruik juist
verbeterd worden.
Tijdens het vullen moeten de circulatiepompen uitgeschakeld zijn en moeten alle ontluchtingsventielen geopend
zijn, zodat de in het systeem aanwezige lucht volledig kan ontsnappen. Het vulproces is voltooid als de
bedrijfsdruk bereikt is.
7.4.
Corrosiebescherming
In de regel treden in goed uitgevoerde en volgens de instructies gebruikte verwarmingssystemen geen
corrosieproblemen op en is het gebruik van chemische toevoegingen onnodig. Toch kan schade bij onvoldoende
waterkwaliteit of door het binnendringen van luchtzuurstof in het verwarmingssysteem (open expansievat, te klein
druk-expansievat, kunststofbuis zonder diffusieblokkering in vloerverwarming) niet uitgesloten worden. Als in uw
installatie chemische toevoegingen worden gebruikt, vergewis u er dan bij de fabrikant van dat ze effectief en
onschadelijk zijn en vooral dat ze geschikt zijn voor delen van de installatie die van verschillende materialen zijn
gemaakt.
Een jaarlijkse controle van de waterkwaliteit in het verwarmingssysteem door een gespecialiseerde firma is in
zulke gevallen vereist en voorkomt schade.
7.5.
Eisen aan het gebruik
De maximale bedrijfsdruk en de maximale temperatuur zijn op het typeplaatje aangegeven. De aan te houden
minimale bedrijfstemperaturen zijn in paragraaf 4.1 aangegeven.
Het wordt dringend aanbevolen, de ketel na een koude start over meerdere uren in bedrijf te houden. Hierdoor
kann het condensaat, dat bij een koude start onvermijdelijk onstaat, weer verdampen en de rookgas voerende
delen kunnen drogen.
Maat- en constructiewijzigingen voorbehouden!
LRP NT Plus 1 - 14
19
editie 01.02.2019
© Copyright YGNIS AG CH-Ruswil