7.5 Statebeschrijving
MPA 5111
State xx
00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
14
15 ... 64
Benaming
Fout resp. initialisatie
Wachten op warmteaanvraag
Synchronisatie parameterset-stick Voor zover de functionaliteit parameterset-stick (P10) ac-
Rustcontrole ventilator en stap-
penmotor
Rustcontrole LDW
Watchdog laadfase
Start ventilator en stappenmotor
Wachten op luchtdruk
VPS A – Beslissing
VPS A – Kleptussenruimte legen
VPS A – Testduur V1
VPS A – Kleptussenruimte vullen
VPS A – Detectie gasdruk
VPS A – Testduur V2
Voorventilatie A
Beschrijving
De automatische installatie bevindt zich in de initialisatie-
fase (bijv. zoeken van stappenmotor-referentie) of er is een
storing.
Wanneer er een storing is, schakelt het beeld zelfstandig
om naar het storingsbeeld en toont in plaats van het state-
nummer 00 de actuele fout (bijv. "F 11").
De automatische installatie is bedrijfsklaar, er is echter
geen warmteaanvraag.
tief is, wordt in deze state de geadapteerde parameterset
vergeleken met de instellingen in de MPA en de gegevens
worden eventueel na vrijgave door middel van een wacht-
woord naar de MPA gekopieerd. Het wachtwoord moet
eventueel ingevoerd worden via het beeld. Hiervoor knip-
pert een kleien "c".
Er wordt gewacht tot de ventilator en de stappenmotor op
de UIT-positie staan. Wanneer na uiterlijk 2 minuten de
ventilator nog niet tot rust gekomen is resp. de stappen-
motor zijn positie niet ingenomen heeft, schakelt de MPA
zich met een passende foutmelding uit.
Afhankelijk van de modus van de LDW (P14) wordt gecon-
troleerd of de LDW "geen luchtdruk" meldt.
De veiligheidsrelevante watchdog-schakeling wordt geac-
tiveerd.
Er wordt gewacht tot de stappenmotor zijn voorventilatie-
doelpositie en de ventilator zijn voorventilatie-doeltoeren-
tal bereikt hebben.
Opgelet! Bij de ventilatorbesturing worden de terugmel-
dingen van de ventilator niet gecontroleerd!
Er wordt afhankelijk van de modus van de LDW (P14) ge-
wacht tot het luchtdrukrelais luchtdruk meldt.
In deze state wordt beslist of een kleptest bij het opstarten
uitgevoerd moet worden. Zie hiertoe gedeelte 7.3.2 Bedrijf
met kleptestsysteem. Wanneer geen kleptest uitgevoerd
hoeft te worden, wordt naar de state "Voorventilatie A" ge-
sprongen.
Deze state duurt maar 1/16 seconde.
V2 wordt geopend (P42) om de kleptussenruimte te legen
en de eventueel nog aanwezige gasdruk te compenseren.
Binnen de gedefinieerde testduur (P43) mag zich in de
kleptussenruimte geen gasdruk opbouwen, anders geldt
de klep 1 als "lek".
V1 wordt geopend (P44) om de kleptussenruimte te vullen
met gasdruk.
Deze state duurt maar 1/8 seconde en dient voor de con-
trole van het gasdrukrelais GDWVPS.
De gasdruk mag binnen de gedefinieerde testduur (P45)
niet dalen daar anders de klep 2 als lek geldt.
Opmerking: bij bedrijf met de MPA met waakvlam kan bijv.
ook de extra klep (= hoofdgasvlam) lek zijn hoewel de fout-
melding op V2 betrekking heeft!
Deze state zorgt voor voldoende voorventilatie. De gedefi-
nieerde duur (P60) wordt bij iedere start afgewacht.