GEVAAR
Gebruik een spanningsdetector om de gemeenschappelijke aarde van de
commerciële stroomvoorziening te controleren.
Gebruik dit instrument niet om een gemeenschappelijke aarde van een
commerciële stroomvoorziening te controleren.
Er ontstaat gevaar omdat de spanning mogelijk niet wordt weergegeven,
zelfs niet bij een stroomvoerende geleider, wanneer de verbinding van de
te meten aardelektrode is losgeraakt, of wanneer de testsnoeren van het
instrument niet correct zijn aangesloten, enz.
(3)
Controle aardingsspanning
Druk op de 2POLE toets en selecteer de vereenvoudigde meetfunctie.
De 2POLE-markering verschijnt op het LCD-scherm.
In de aansluitingsstatus van Fig. 9-3 of 9-4, controleert u de
aardspanning die op het LCD-scherm wordt weergegeven. De
aardspanning die in deze toestand wordt weergegeven is de spanning
tussen de C(H) en E klemmen.
Voorbeeld weergave
Weergegeven in de linker beneden
hoek van het LCD scherm
Figuur 9-5
Controleer of de spanning lager is dan 10 V. Als het display 10 V of meer
aangeeft, gaat een waarschuwings-LED branden zoals hieronder afgebeeld. (De
waarschuwings-LED gaat branden bij 5 V of meer voor een aardspanning van
400 Hz).
Er kunnen te grote fouten in de meting van de aardingsweerstand worden
veroorzaakt wanneer de waarschuwings-LED voor hoge aardingsspanning brandt.
Om dit te voorkomen, dient u de meting uit te voeren na het verlagen van de
spanning door de stroomtoevoer van de te testen apparatuur uit te schakelen
enz.
Rood LED licht gaat aan Figuur 9-6
38