Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lp 3/5/6-11: Standaard Installatieprocedure - GE Digital Energy LP11 3 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.5.1 LP 3/5/6-11: Standaard installatieprocedure

Wanneer u een batterij-uitbreidingsunit wilt installeren, gaat u verder met paragraaf 4.5.2.
Indien u 2, 3 of 4 parallel geschakelde units wilt installeren, gaat u verder met paragraaf 4.5.5.
De getallen tussen (haakjes) verwijzen naar figuur 12 in paragraaf 5.1.
1
2
3
4
5
6
7
8
zie 6.3-4
zie 4.5.5 / 7.3
9
10
Fig. 6. LP 3/5/6-11:
Standaard installatieprocedure
wijzigingen voorbehouden
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
BATTERIJ NIET
AANGESLOTEN
*
stand-alone
en RPA kaart
11.
geïnstalleerd
12.
10
Zorg ervoor dat alle stroomonderbrekers (7-8-9) in de
positie 'off' (uit) staan (naar beneden).
Draai de 3 schroeven los en verwijder het metalen deksel
(11) dat de I/O-klemmen (ingang en uitgang) afdekt.
Voer de ingangs-/uitgangskabels door de wartels in het
klemmendeksel (11).
Ingang (11a). Sluit de netvoedingsdraden aan op de
aansluitklemmen 2 (Fase) en 3 (Nul) en sluit de aarddraad
aan op aansluitklem 1. Aarding is essentieel!
Uitgang (11b). Sluit de apparatuur aan op de
aansluitklemmen 4 (Fase) en 5 (Nul) en sluit de aarddraad
aan op aansluitklem 6. Aarding is essentieel!
Plaats het metalen klemmendeksel terug (11). Zet de
kabels in de wartels goed vast. Plaats de batterijzekering
in de zekeringhouder (17) en sluit deze.
Er kan een noodstopschakelaar worden aangesloten op
connector J3 op de RS232/Contact Interfacekaart, tussen
de pennen 3 en 4. Zie paragraaf 6.2 voor meer informatie.
Voor geavanceerde communicatiemogelijkheden kan de
RS232/Contactinterfacepoort (12a) worden aangesloten
op een computersysteem. Zie paragraaf 6.1 voor meer
informatie. *
Het middelste 'optieslot' (13) maakt eenvoudige installatie
van insteekkaarten mogelijk: SNMP-kaart of relaiskaart.
Zie paragraaf 6.3 en 6.4 voor meer informatie. *
Het rechter 'optieslot' (14) maakt eenvoudige installatie
van
de
RPA-kaart
Architecture). Indien de kaart reeds geïnstalleerd is en de
UPS gaat als stand-alone unit worden gebruikt, moet een
(meegeleverde) bus terminator worden geplaatst in een
van de twee bus connectoren op de kaart. Indien de unit
in een parallel systeem wordt gebruikt, zie dan paragraaf
4.5.5 en 7.3 voor meer informatie. *
De datakabels kunnen aan de UPS-kast worden
vastgezet d.m.v. de meegeleverde kabelbinders; steek de
binders in de gaatjes (18) onder de 'optieslots'.
Sluit de UPS aan op het lichtnet.
Indien u de unit nu wilt starten gaat u verder met
paragraaf 5.2.
Gebruikershandeiding LP11 3- 5 - 6 – 8 - 10 kVA UPS 5.0 (NL)
mogelijk
(Redundant
Parallel

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave