OPTIFLUX 2000
3.3 Voorwaarden voor de installatie
Volg voor de beste meetnauwkeurigheid de aanbevolen lengtes voor inlaat- en uitlaatsectie,
zoals vermeld in de volgende paragrafen. De flowsensor in combinatie met de IFC 300
signaalomvormer, kan in een 0D/0D configuratie (geen inlaat en geen uitlaatlengte) worden
geïnstalleerd. Voor installatievoorwaarden en nauwkeurigheden zie hoofdstuk OIML en MID in
dit handboek en de OIML R49 /MID MI-001 certificaten op de website van de fabrikant.
3.3.1 Inlaat- en uitlaatsectie
Gebruik rechte in- en uitlaatsecties van de pijpen om flow vervorming of werveling te voorkomen
die worden veroorzaakt door bochten en T-secties.
Figuur 3-3: Aanbevolen inlaat- en uitlaatsectie
1 Zie het hoofdstuk "Bochten in 2 of 3 dimensies"
2 ≥ 2 DN
3.3.2 Bochten in 2 of 3 dimensies
Figuur 3-4: 2- en/of 3-dimensionale bochten voor de flowmeter
1 2 dimensies = X/Y
2 3 dimensies = X/Y/Z
Inlaatlengte: met bochten in 2 dimensies: ≥ 5 DN; wanneer er bochten zijn in 3 dimensies: ≥ 10 DN
2-dimensionale bochten zijn bochten die alleen in een verticaal of horizontaal vlak (X/Y) liggen,
terwijl 3-dimensionale bochten zowel in een verticaal als horizontaal vlak (X/Y/Z) voorkomen.
01/2023 - 4009715401 - TD OPTIFLUX 2000 R12 nl
www.krohne.com
INSTALLATIE
3
31