Parameterbeschrijving
3.3 Parameters: 1-** Belasting & motor
3.3.1 1-0* Alg. instellingen
Bepaal of de frequentieomvormer op basis van snelheidsre-
geling of koppelregeling moet werken; en of de interne PID-
regelaar actief moet zijn.
1-00 Configuratiemodus
Option:
Functie:
Stel het toepassingsbesturingsprincipe in dat
moet worden gebruikt wanneer een externe
referentie (d.w.z. via een analoge ingang of een
veldbus) actief is. Een externe referentie kan
alleen actief zijn wanneer 3-13 Referentieplaats is
ingesteld op [0] of [1].
[0]
Snelh. zndr
Voor het instellen van de snelheidsregeling
terugk.
(zonder terugkoppelingssignaal van de motor)
*
met automatische slipcompensatie om te zorgen
voor een bijna constante snelheid bij wisselende
belastingen.
De compensaties zijn actief, maar kunnen
worden uitgeschakeld via parametergroep 1-0*
Belasting/motor.
[1]
Snelh. met
Maakt een snelheidsregeling met terugkop-
terugk.
peling mogelijk. Zorg voor een volledig
houdkoppel bij 0 tpm.
Geef voor een verhoogde snelheidsnauwkeu-
righeid een terugkoppelingssignaal en stel de
snelheids-PID-regeling in.
[2]
Koppel
Maakt een koppelregeling met terugkoppeling
mogelijk. Is alleen mogelijk als 1-01 Motorbestu-
ringsprincipe is ingesteld op Flux met enc.terugk.
Alleen FC 302.
[3]
Proces
Maakt het mogelijk om procesregeling toe te
passen in de frequentieomvormer. De
parameters voor de procesregeling staan in par.
groep 7-2* en 7-3*.
[4]
Koppel
Maakt het gebruik van een koppelregeling in
+
zndr
VVC
-modus (1-01 Motorbesturingsprincipe)
terugk.
mogelijk. De koppel-PID-parameters worden
ingesteld in parametergroep 7-1*.
[5]
Wobbel
Schakelt de wobbelfunctionaliteit in
30-00 Wobbelmodus tot 30-19 Wobbel deltafreq.
geschaald in.
[6]
Wikkel-
Schakelt de speciale wikkelregelingsparameters
machine
in parametergroep 7-2* en 7-3* in.
[7]
Uitgebr
Specifieke parameters in parametergroep 7-2*
PID snh gn
tot 7-5*.
tk
[8]
Uitgebr
Specifieke parameters in parametergroep 7-2*
PID snelh +
tot 7-5*.
tk
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1-01 Motorbesturingsprincipe
Option:
Functie:
Selecteer het motorbesturingsprincipe dat
moet worden gebruikt.
[0]
U/f
Speciale motormodus voor parallel
*
aangesloten motoren in speciale motortoe-
passingen. Wanneer U/f is geselecteerd,
kunnen de kenmerken van het besturings-
principe worden gewijzigd via 1-55 U/f-
karakteristiek - U en 1-56 U/f-karakteristiek - F.
[1]
VVC+
Voltage Vector Control-principe dat geschikt is
voor de meeste toepassingen. Het belang-
rijkste voordeel van een besturing via VVC
is dat het gebruikmaakt van een robuust
motormodel.
[2]
Flux
Flux-vectorbesturing zonder encoderterug-
sensorvrij
koppeling, voor een eenvoudige installatie en
bestendigheid tegen plotselinge wijzigingen
in de belasting. Alleen FC 302.
[3]
Flux met
Zeer hoge nauwkeurigheid ten aanzien van
enc.terugk.
snelheid en koppelregeling, geschikt voor de
meest veeleisende toepassingen. Alleen FC
302.
De beste asprestatie wordt gewoonlijk verkregen in de twee
Flux-vectorbesturingsmodi Flux sensorvrij [2] en Flux met
enc.terugk. [3].
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
NB
Een overzicht van mogelijke combinaties van de instellingen
in 1-00 Configuratiemodus en 1-01 Motorbesturingsprincipe is
te vinden in sectie 4.1.1.
1-02 Flux motorterugk.bron
Option:
Functie:
Selecteer de interface voor het
ontvangen van een terugkoppeling van
de motor.
[0]
Motorterugk. P1-02
[1]
24V-encoder
A- en B-kanaalencoder die alleen kan
*
worden aangesloten op de digitale
ingangsklemmen 32/33. De klemmen
32/33 moeten worden ingesteld op Niet
in bedrijf.
[2]
MCB 102
Encodermoduleoptie die kan worden
geconfigureerd in parametergroep
17-1*.
Deze parameter is alleen beschikbaar
voor de FC 302.
3
3
plus
33