Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Siemens FC72 Series Bedieningshandleiding pagina 205

Verberg thumbnails Zie ook voor FC72 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

11.2.2.2 Bedrijfsmodi van de elementen van de melderstructuur
Building Technologies
Fire Safety
'Bouwdeel'
'Manned operation'
In de bedrijfsmodus 'Manned operation' is een bediener ter plaatse die zich
over de brandlocatie kan oriënteren. De melders hebben normale gevoeligheid
conform de gegevens van het ingestelde ↑ parameterrecord.
'Unmanned operation'
In de bedrijfsmodus 'Unmanned operation' is geen bediener aanwezig die zich
over de brandlocatie kan oriënteren. De gevoeligheid van de melders, resp. de
parameterrecords, werd verhoogd en wel door het omschakelen naar de
bedrijfsmodus 'Unmanned operation'.
De instellingen voor de bedrijfsmodi 'Manned operation'/'Unmanned operation'
staan gedefinieerd in hoofdstuk Alarm Verificatie Concept (AVC).
'Groep'
Ingeschakeld (normale bedrijfsmodus)
In de normale bedrijfsmodus worden gevarenniveaus geëvalueerd en
'ALARMEN' gegenereerd. De melders hebben normale gevoeligheid conform
het ingestelde parameterrecord.
Uitgeschakeld
Is een 'Groep' uitgeschakeld? Dan zijn ook de aan de 'Groep' toegewezen
kanalen uitgeschakeld. Er worden geen signalen geëvalueerd, geen
gevarenniveaus noch 'Storingen'.
Er zijn twee uitschakelfuncties:
uitschakeling zonder tijdbegrenzing
uitschakelen met tijdbegrenzing
' --Renovatie mode'
Aan deze bedrijfsmodus is geen functie toegewezen.
'Detector test'
In bedrijfsmodus 'Detector test' kunnen melders voor testdoeleinden worden
geïnitieerd. Bij het initiëren van een melder wordt een melding Activering om te
testen gegenereerd.
↑ Alarmgevers en aansturingen worden niet geactiveerd.
Onderstaande toestellen worden geactiveerd:
interne alarmindicatoren
↑ externe alarmindicatoren conform de configuratie
Zoemers in toestelvoeten, mits ze zich in de voet van de geactiveerde
melder bevinden
Bij het testen moeten de melders snel reageren om wachttijden kort te houden.
Daarom zijn de melders bij 'Detector test' met de parameterset 'Test' ingesteld
op een verhoogde gevoeligheid.
Na het beëindigen van de bedrijfsmodus 'Detector test' worden de melders en
'Groepen' teruggezet naar de toestand die ze voor 'Detector test' hadden.
'Installation test'
Een 'Installation test' kan tijdens het normale bedrijf worden uitgevoerd. De
alarmgevers en aansturingen worden geactiveerd.
Tijdens de test moeten de melders snel reageren om wachttijden kort te
houden. Daartoe worden de melders bij 'Installation test' met behulp van
parameterrecord 'Test' op verhoogde gevoeligheid gebracht.
Na het beëindigen van de bedrijfsmodus 'Installation test' worden de melders
en 'Groepen' teruggezet naar de toestand die ze voor bedrijfsmodus
'Installation test' hadden.
Beschrijving van het systeem
Topologie
A6V10211076_k_nl_NL
11
205 | 262
2018-08-29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ft724

Inhoudsopgave