8-2. Panoramic View Monitor
2
Draai het stuurwiel dusdanig
dat de geschatte koerslijnen
zich binnen het parkeervak
bevinden en rijd langzaam
achteruit.
A
Parkeervak
B
Geschatte koersl nen
3
Draai, als de achterzijde van
de auto zich in het parkeer-
vak bevindt, het stuurwiel zo-
danig dat de voertuigbreed-
tereferentielijnen zich tussen
de linker en rechter scheids-
lijnen van het parkeervak be-
vinden.
A
Voertuigbreedtereferentie‐
l nen
4
Zet als de voertuigbreedtereferentielijnen en de lijnen van
het parkeervak parallel liggen het stuurwiel recht en rijd
langzaam achteruit totdat de auto geheel in het parkeervak
staat.
332