Inhoudsopgave
Advertenties
Fan Coil-actor FCA 2
6.5 Vorstbeveiliging (resp. overtemperatuurbeveiliging) via
raamcontact
6.5.1 bij externe regelaar
Het raamcontact wordt op E1 aangesloten. De raamstatus wordt door object 14 als opdracht voor
de externen regelaar naar de bus gezonden.
Deze kan als het raam wordt geopend automatisch naar de vorst- resp.
overtemperatuurbeveiliging omschakelen.
De parameter Functie van E1 op de parameterpagina E1 moet op E1 = raamcontact staan.
6.5.2 bij interne regelaar
Deze functie is alleen mogelijk als de parameter Objecten voor de bedrijfsmodusselectie op de
parameterpagina Bedrijfsmodus en bediening op nieuw: bedrijfsmodus, aanwezigheid, raamstatus
is ingesteld.
De informatie „Raam is open" kan op 2 manieren worden geregistreerd:
• Het raamcontact is op een binaire ingang aangesloten (bijv. BMG 6 *) en de raamstatus
wordt op object 23 ontvangen.
• Het raamcontact is op E2 aangesloten (alleen bij ondersteunde functie = verwarmen
mogelijk).
Belangrijk: Het betreffende schakelobject (obj. 16 Status E2) moet via het groepsadres
op object 23 (ingang raamcontact) worden aangesloten.
FCA 2 zal herkennen dat een raam wordt geopend en automatisch omschakelen naar
vorstbeveiliging (thermische beveiliging).
Wordt het raam weer gesloten, dan wordt de daarvoor ingestelde bedrijfsmodus hersteld.
* Best.nr. : 491 0 230
6.6 Dode zone
De dode zone is een buffer tussen verwarmen en koelen.
In deze dode zone wordt verwarmd noch gekoeld.
Zonder deze bufferzone zou de installatie constant tussen verwarmen en koelen schakelen. Zodra
de temperatuur tot onder gewenste waarde zou zijn gedaald, zou de verwarming worden
geactiveerd. Als de gewenste wenste dan nauwelijks zou zijn bereikt, zou de koeling starten,
waardoor de temperatuur weer tot onder de gewenste waarde daalt en de verwarming weer wordt
ingeschakeld.
Stand: mrt-20 (wijzigingen voorbehouden)
76
90
Pagina
van
Advertenties
Inhoudsopgave
