Opbouw en functie
Algemeen
5
Opbouw en functie
5.1
Algemeen
Gevaar voor verwonding door elektrische spanning!
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen, bijv. lasstroombussen, kan
levensgevaarlijk zijn!
•
Neem de veiligheidsinstructie op de eerste pagina van de bedieningshandleiding in acht!
•
Inbedrijfstelling uitsluitend door personen, die over voldoende kennis met het omgaan met
vlambooglasapparaten beschikken!
•
Verbinding- of lasleidingen (zoals bijv.: elektrodehouder, lastoorts, werkstukleiding,
interfaces) bij uitgeschakeld apparaat aansluiten!
Gevaar voor verbranding aan de lasstroomaansluiting!
Door niet vergrendelde lasstroomverbindingen kunnen aansluitingen en leidingen heet
worden en bij aanraking tot brandwonden leiden!
•
Lasstroomverbindingen dagelijks controleren en evt. vergrendelen door naar rechts te
draaien.
Letselgevaar door bewegende onderdelen!
De draadtoevoerapparaten zijn met bewegende onderdelen uitgerust die handen, haar,
kledingsstukken of gereedschap kunnen grijpen en zodoende personen kunnen
verwonden!
•
Handen niet in draaiende of bewegende onderdelen of aandrijfonderdelen plaatsen!
•
Afdekkingen van de behuizing tijdens werking gesloten houden!
Letselgevaar door ongecontroleerd losraken van de draadelektrode!
Het lasdraad kan met hoge snelheid worden toegevoerd en bij onvakkundig of
onvolledige draadgeleiding ongecontroleerd losraken en personen verwonden!
•
Voordat men de stroom aansluit dient men de volledige draadgeleiding, van de draadspoel
tot de lastoorts tot stand te brengen!
•
Bij niet gemonteerde lastoorts, tegendrukrollen van de draadtoevoereenheid losmaken!
•
De draadgeleiding op regelmatige afstanden controleren!
•
Tijdens de werking alle afdekkingen van de behuizing gesloten houden!
Gevaar door elektrische stroom!
Als er afwisselend met verschillende methoden wordt gelast en er lastoortsen en
elektrodehouders op het apparaat blijven aangesloten, dan staat op alle leidingen
gelijktijdig nullast-/lasspanning!
•
Bij het begin van de werkzaamheden en bij werkonderbrekingen moeten de lastoortsen en
de elektrodehouder daarom altijd geïsoleerd worden weggelegd!
Het omgaan met stofkapjes!
De stofkapjes beschermen de aansluitbussen en hiermee het apparaat tegen vuil en
apparaatschade.
•
Is er geen accessoire op de aansluitbus aangesloten, dan dient men het stofkapje te
plaatsen.
•
Bij defect of verlies dient men het stofkapje te vervangen!
24
GEVAAR
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
099-005033-EW505
15.01.2010