Statussen van afzonderlijke secties worden aangegeven door statusindicatoren A, B, C en D boven het
LCD-scherm en door de functieknoppen. De centrale kan direct worden bediend (in- en uitschakeling
van het alarm en andere automatiseringsfuncties) met behulp van de functieknoppen op het klavier. De
functieknoppen en de statusindicatoren A, B, C, D hebben een kleurrijke achtergrondverlichting om de
sectiestatus duidelijk aan te geven.
::
GROEN
Autorisatie kan worden uitgevoerd door een toegangscode in te voeren op het klavier of door een RFID-
kaart/tag te gebruiken, die is toegewezen aan een bepaalde gebruiker. Elke gebruiker kan een code en
een RFID-chip (een kaart of een tag) hebben. Als de gebruikers meerdere secties tegelijk willen besturen,
moeten zij zichzelf autoriseren en vervolgens functieknoppen van de specifi eke secties indrukken. Op
deze manier kunnen de gebruikers alle secties (bijvoorbeeld het huis en de garage) binnen een enkele
autorisatie uitschakelen.
Structuur en beschrijving van het menu voor het interne LCD-Klavier:
Administrator-
of gebruike-
rautorisatie
door de code of
RFID-tag/kaart
12
– uitgeschakeld
::
GEEL
WAARSCHUWINGS-
INDICATIE
ANNULEREN
SECTIEBESTU-
RING
PG-BESTURING
GEBEURTENIS-
GEHEUGEN
INSTELLING
VERHINDERD
STORINGEN
IN HET SYSTEEM
OMZEILDE
DETECTOREN
SYSTEEMSTATUS
INSTELLINGEN
INSTELLING
WEERGEVEN
ONDERHOUDS-
MODUS
– gedeeltelijk uitgeschakeld
Hiermee kunt u het alarm/mislukte instellingsaanduiding
annuleren in alle secties waartoe de gebruiker
toegangsrechten heeft.
Hiermee kunt u secties van het systeem besturen,
waartoe de gebruiker toegangsrechten heeft en die
geactiveerd worden in de interne instellingen.
Hiermee kan de gebruiker programmeerbare PG-
uitgangen bedienen, afhankelijk van de rechten van de
gebruiker en volgens de interne instellingen.
Toont een gedetailleerde lijst van het
gebeurtenisgeheugen.
Toont een lijst van geactiveerde detectoren die het instellen
van het systeem verhinderen, op voorwaarde dat deze
optie geactiveerd is in de confi guratie van de centrale.
Toont een lijst van alle detectoren, die systeemstoringen
indiceren van secties waarvoor een gebruiker
toegangsrechten heeft.
Toont een lijst van alle geblokkeerde detectoren in
secties, waartoe een gebruiker toegangsrechten heeft.
Toont de status van het systeem (lijst van geactiveerde
detectoren, geactiveerde sabotagecontacten, lage
batterijen, bypassing etc.).
Maakt de bewerking van gebruikers en apparaten
mogelijk (alleen als de USB is ontkoppeld).
Maakt aanpassing van de intensiteit van de
achtergrondverlichting van het Klavier en het contrast
van het display mogelijk.
Hiermee kan de administrator de toegewezen secties
schakelen naar de onderhoudsmodus.
::
ROOD
– ingeschakeld