4 TOEZICHT EN CONTROLE
4.1 Maatregelen
De driefasenstromen (I-A, I-B en I-C), de nulstroom (I-N), de negatieve volgordestroom
(I-2), de tweede harmonische van elke fase (IA-2H, IB-2H en IC-2H), de maximale
stroom (Imax) en het warmtebeeld (TI) worden gegeven als fundamentele waarden
(DFT). Bemonstering, van 16 monsters/cyclus, wordt uitgevoerd.
De nauwkeurigheid van de fase- en neutraalmetingen :
±2% in een band van ±20% van de nominale stroom en ±4% of ±5 mA in de
rest van de band.
Fasemeting: 0,2 tot 20 maal de nominale stroom.
Neutrale meting: 0,2 tot 20 maal de nominale stroom.
In het geval van tweede harmonische stromen zal het relais metingen in ampère
weergeven (hoewel de functie in procenten is ingesteld). In dit geval is een minimum
van 100 milliampère fundamentele stroom vereist en wat de tweede harmonische
betreft, zal het relais geen stroom meten indien de tweede harmonische stroom minder
dan 50 milliampère bedraagt.
4.2 Profilering van laadgegevens
Het RP-800 relais voorziet in de stroomvraag met de volgende eigenschappen:
● Aantal records: 168
● Circulaire opnamefunctie
● Bemonsteringsfrequentie (interval): configureerbaar via communicatie:
1 - 60 min
● Opname formaat:
Datum/Tijd
IMAX (interval)
IMAX (echt)
IA
IB
IC
IN
Opmerking: Wanneer de instelling van de vraag wordt gewijzigd, is het noodzakelijk
het relais uit en weer in te schakelen om ervoor te zorgen dat de nieuwe instelling
correct wordt opgeslagen.
4.3 Meters
De volgende tellers zijn voorzien:
1 Aantal stroomonderbrekeropeningen
2 Cumulatieve ampères (l2t) tijdens het openen van de stroomonderbreker.
38