7 INBEDRIJFSTELLING
7.1 Checklist voor inbedrijfstelling
De inbedrijfstellingsbladen die nodig zijn om het inbedrijfstellingsproces en de
specifieke instellingen van elk geïnstalleerd relais te noteren, zijn te vinden in de
bijlage.
7.2 Elektrostatische ontlading
Voordat u elektronische onderdelen van het relais aanraakt, moet u het deel van de
handleiding over elektrostatische ontlading gelezen hebben.
7.3 Visuele inspectie
Controleer of de bedrading is geïnstalleerd volgens de externe bedradingsschema's.
7.4 Aarding
Het is zeer belangrijk dat het relais correct is geaard. Om dit te controleren, controleert
u of de aardaansluiting van het relais, die zich op de achterkant van het relais bevindt,
correct is aangesloten op de plaatselijke aardaansluiting van de installatie.
7.5 Stroomtransformatoren
De hoge spanning die in de secundaire circuits van stroomtransformatoren wordt
opgewekt, kan de dood en schade aan de installatie tot gevolg hebben. Daarom
mogen de secundaire kringen van stroomtransformatoren nooit worden geopend.
7.6 Hulpvoeding
Controleer de hoeveelheid hulpenergie die het RP-800 relais nodig heeft: 230 Vac
50/60 Hz, 110 Vac 50/60Hz of 24 Vdc
7.7 Communicatiepoort vooraan
Om deze test uit te voeren, sluit u een PC met de SICom software aan op het relais
RP-800, en controleert u of er geen communicatiefouten zijn. Het is belangrijk te
controleren welke communicatiepoort (COM) is toegewezen aan de USB.
7.8 Inbedrijfstelling
Het wordt aanbevolen de volgende veiligheidsmaatregelen te nemen voordat het
systeem
voor
de
eerste
keer
in
bedrijf
wordt
gesteld,
of
na
een
uitschakelingsgebeurtenis:
99