Fig. 9-29 Luchtfilterpatroon
Aanzuigopening
1
Fig. 9-30 Aanzuigopening
9.13.5
Zitcontactschakelaar en noodstop
1
2
3
Remlicht (P)
4
5
AANWIJZING
De noodstop controlelamp licht alleen op, indien de noodstop ingedrukt is.
Onderhoud
Controleer de aanzuigopening op vervuiling.
Reinig indien nodig de opening.
1.1
Beweeg de rijdhefboom naar de nulstand.
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
Start de motor.
De remlamp (P) moet meteen doven.
3.1
Sta op van de zitting.
Na 0,7s moet de remlamp oplichten.
4.1
Schakel de dieselmotor uit.
111