Wachtwoord kiezen
Als in het setupprogramma een wachtwoord is ingesteld, kan
ditzelfde wachtwoord worden ingesteld als wachtwoord voor een
andere voorziening van het setupprogramma of als Windows-
wachtwoord. Voor setupwachtwoorden geldt het volgende:
■
Een setupwachtwoord kan bestaan uit een willekeurige
combinatie van maximaal acht letters en cijfers. Daarbij
wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en
kleine letters.
■
Een setupwachtwoord moet met dezelfde toetsen worden
ingesteld en opgegeven. Als u bijvoorbeeld een setup-
wachtwoord instelt met de cijfertoetsen boven aan het
toetsenbord, wordt het niet herkend wanneer u het opgeeft
met de cijfertoetsen van het geïntegreerde numerieke
toetsenblok.
Handleiding voor de hardware en software
Beveiliging
6–7