Combischakelaar verlichting bedienen
1
Grootlicht
2
Knipperlichten rechts
3
Lichtsignaal
4
Knipperlichten links
De betreffende functie met de combischake‐
#
laar bedienen.
Grootlicht inschakelen
De lichtschakelaar in de stand L of Ã
#
draaien.
De combischakelaar in de richting van de pijl
#
1
tot voorbij het drukpunt indrukken.
Bij activering van het grootlicht wordt het
controlelampje voor het dimlicht L
gedeactiveerd en door het controlelampje
grootlicht K vervangen.
Grootlicht uitschakelen
De combischakelaar in de uitgangspositie
#
terugtrekken.
Lichtsignaal
De combischakelaar in de richting van de pijl
#
3
trekken.
Knipperlichten
Kort knipperen: De combischakelaar kort
#
tot het drukpunt in de richting van de pijl
of
4
drukken.
De betreffende knipperlichten knipperen
driemaal.
Permanent knipperen: De combischakelaar
#
tot voorbij het drukpunt in de richting van de
pijl
2
of
4
drukken.
Noodknipperlichten in- of uitschakelen
2
De toets
1
indrukken.
#
Licht en zicht 129