3.5.2 d
e tweegAAtsmoer losmAKen
Spindel vastzetten (zie hoofdstuk 3.3.1). De tweegaats-
moer met de tweegaatssleutel tegen de wijzers van de
klok in afschroeven.
3.6 t
ips Voor het werK
3.6.1 s
churen en schuren met zAndpApier
De machine matig aandrukken en over het oppervlak
heen- en weer bewegen, zodat het werkstukoppervlak
niet te heet wordt.
3.6.2 g
rofslijpen
Voor een goed arbeidsresultaat moet u werken met een
invalshoek van 30° - 40°.
3.6.3 d
oorslijpen
Bij het doorslijpen altijd in tegengestelde richting werken.
Anders bestaat het gevaar dat de machine ongecontro-
leerd uit de snede springt. Werk met een matige, aan het
materiaal aangepaste voorwaartse beweging. Niet schuin
wegdraaien, niet drukken, niet trillen.
3.6.4 w
erKen met drAAdBorstels
De machine matig aandrukken.
4. R
EPaRaTIE
4.1 s
toringen Verhelpen
De elektronische signaalindicatie licht op en het bela-
stingstoerental neemt af. De machine wordt te zwaar be-
last! De machine met het nullasttoerental laten lopen tot
102
de elektronische signaalindicatie uitgaat.
De machine loopt niet. De elektronische signaalindicatie
knippert. De herstartbeveiliging is geactiveerd. Wordt de
netstekker in het stopcontact gestoken wanneer de machi-
ne ingeschakeld is, of is de stroomtoevoer na een onder-
breking weer hersteld, dan loopt de machine niet aan. De
machine uit- en weer inschakelen.
4.2 r
Tijdens de bewerking kunnen stofdeeltjes in het binnenste
van de elektrische machine terecht komen. Dit heeft in-
vloed op de koeling van het elektrisch gereedschap.
Geleidende afzettingen kunnen invloed hebben op de
veiligheidsisolatie van het elektrisch gereedschap en
elektrische gevaren veroorzaken.
Elektrisch gereedschap regelmatig, vaak en grondig door
alle voorste en achterste luchtspleten uitzuigen of met
droge lucht uitblazen. Trek eerst de stekker van het elek-
trisch gereedschap uit het stopcontact en draag tijdens
het schoonmaken veiligheidsbril en stofmasker.
4.3 r
Mocht de machine ondanks zorgvuldige productie- en
testprocedures toch uitvallen, dan moeten reparatiewerk-
zaamheden worden verricht door een geautoriseerde
SUHNER-servicedienst. Als de aansluitleiding moet wor-
den vervangen, moet dit worden uitgevoerd door de fabri-
kant of één van diens vertegenwoordigers, om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
4.4 o
Temperatuurbereik: -15°C tot +50°C
Max. relatieve luchtvochtigheid: 90% bij +30°C, 65% bij
+50°C
4.5 A
De machine bestaat uit materialen die kunnen worden ge-
/o
recycled. Maak de machine onklaar voordat deze wordt
NDERhouD
afgevoerd.
worden afgevoerd.
einiging
epArAtie
pslAg
/
fVoeren
milieuVriendelijKheid
Zet de machine niet bij het huisvuil.
Overeenkomstig de nationale voorschriften moet
deze machine voor milieuvriendelijk hergebruik