Gebruikershandleiding
Wi-Fi-instellingen configureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen configureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig configureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen configureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding heeft gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Configureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.
Gerelateerde informatie
&
"Wi-Fi-instellingen uitvoeren door het invoeren van de SSID en het wachtwoord" op pagina 40
&
"Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling (WPS)" op pagina 42
&
"Wi-Fi-instellingen configureren via de pincode-instelling (WPS)" op pagina 43
&
"Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) configureren" op pagina 45
&
"Geavanceerde netwerkinstellingen maken" op pagina 46
Wi-Fi-instellingen uitvoeren door het invoeren van de SSID en het
wachtwoord
U kunt een Wi-Fi-netwerk opstarten door de informatie die nodig is voor de verbinding met een draadloze router
in te voeren via het bedieningspaneel. Om dit in te stellen met behulp van deze methode, hebt u de SSID en het
wachtwoord van de draadloze router nodig.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, zie dan de informatie die bij de draadloze router is geleverd.
Netwerkinstellingen
40