Snapshotmode
Deze modus wordt aanbevolen voor diegenen die direct willen fotograferen.
De camera optimaliseert de instellingen namelijk voor het onderwerp en de
opnameomgeving.
1
Stel de modusknop in op [
• Op het moment van aanschaf is de modus
ingesteld op Snapshot plus-mode.
2
Richt de camera op het onderwerp
• Als de camera de optimale scènemodus voor het gewenste
voorwerp heeft vastgesteld, licht het pictogram voor de
betreffende scènemodus gedurende 2 seconden blauw op
en wordt vervolgens grijs. (Automatische scènedetectie)
■
Schakelen tussen Snapshot plus-mode en Snapshotmode
Selecteer het tabblad Snapshotmode
Druk op
om het menu Snapshotmode te openen
Druk op
om [
• Met [
] kunt u bepaalde instellingen aanpassen, zoals de helderheid en
de kleurtoon. U kunt [
beelden kunt opnemen die meer aan uw voorkeuren zijn aangepast.
■
Automatische scherpstelling (gezichts-/oogdetectie)
[AF mode] is automatisch ingesteld op [
het onderwerp aanraakt, wordt naar [
en wordt de functie Tracking AF geactiveerd.
• U kunt ook overschakelen naar [
[MENU/SET] te drukken, naar het menu [Opname]
te gaan, vervolgens naar het menu [AF mode]
te gaan en [
Tracking AF-gebied gelijk met het onderwerp
en druk de ontspanknop half in om de functie
Tracking AF te gebruiken.
] of [
] te selecteren en druk op [MENU/SET]
] ook voor andere instellingen gebruiken zodat u
] (tracking) te selecteren. Leg het
]
]. Als u
] geschakeld
] door op
Opnemen
23