De werkstand
De MBM heeft vier werkstanden.
OPMERKING:
is de bak afdrukkant onder 1 aangewezen voor kopieertaken (zoals de standaardbak) en niet
beschikbaar in de printerdriver. Al de resterende zeven uitvoerbakken zijn beschikbaar in
de printerdriver. Wanneer de werkstand is gewijzigd, wordt de printer of MFP opnieuw opgestart
Postbus
De acht bakken afdrukkant onder (zeven bakken afdrukkant onder wanneer de MBM is aangesloten
op een MFP) kunnen worden toegewezen aan een individuele gebruiker of aan groepen. Alle taken die
door de gebruiker of groep worden verzonden, worden in de toegewezen bak geleverd. Dit
is de standaard werkstand. Wanneer postbusmodus is geselecteerd, is elke uitvoerbak beschikbaar als
uitvoerbestemming in de printerdriver en op het bedieningspaneel.
De bak afdrukkant boven (linkerbovenbak) kan maximaal 125 vellen bevatten, en elke bak afdrukkant
onder maximaal 250 vellen. Wanneer een toegewezen uitvoerbak vol is, stopt de printer of MFP met
afdrukken tot wanneer het papier uit de bak is verwijderd.
Stapelaar
De MBM kan als stapelaar worden gebruikt. De acht bakken afdrukkant onder kunnen samen maximaal
2000 vellen stapelen. Taken worden naar de uitvoerbakken verzonden, beginnend met de laagste
beschikbare lege bak met afdrukkant onder. Wanneer een uitvoerbak vol is, wordt de huidige taak of
een nieuwe taak naar de eerst volgende beschikbare bak verzonden, tot wanneer deze bak vol is. Grote
taken zullen mogelijk in de volgende bak worden gestapeld. Wanneer stapelaarmodus is geselecteerd,
kunt u niet kiezen naar welke bak uw taak dient te worden verzonden.
Wanneer een uitvoerbak vol is, wordt de taak automatisch naar de eerst volgende beschikbare bak
verzonden. Wanneer alle bakken afdrukkant onder vol zijn, stopt de printer of MFP met afdrukken en
geeft hij (op de display van het bedieningspaneel van de printer of MFP) aan dat de stapelaar vol is.
Opdat de printer of MFP zou blijven afdrukken, moet u eerst al het papier verwijderen uit de bovenste
bak afdrukkant onder (bak 1) en zo naar onder toe werken.
OPMERKING:
te proberen vervangen in diezelfde bak. De stapelvolgorde wordt onderbroken wanneer het papier wordt
verwijderd en dan vervangen.
Taakscheiding
Taken worden naar een beschikbare (lege) uitvoerbak verzonden (een taak kan het origineel en haar
kopieën bevatten), beginnend vanaf de bovenste bak en gaande tot de onderste bak. Indien er geen
lege bakken zijn, wordt een taak eerst naar de bovenste bak en, als de bovenste bak vol is, naar
de volgende bakken verzonden, tot aan de onderste bak. De bak waarnaar de taak is verzonden, wordt
beschouwd als de bestemmingsbak. Wanneer taakscheiding is geselecteerd, kunt u niet kiezen naar
welke bak uw taak dient te worden verzonden.
Wanneer de bestemmingsbak vol is, stopt de printer of MFP met afdrukken (zelfs indien de andere
bakken niet vol zijn). Opdat de printer of MFP zou blijven afdrukken, moet u het papier verwijderen uit de
bestemmingsbak.
NLWW
Wanneer de MBM is aangesloten op een multifunctioneel randapparaat (MFP),
Verwijder geen papier uit de bovenste bak afdrukkant onder (bak 1) om het vervolgens
De werkstand
7