Een werkstand instellen
Stel de werkstand in op het bedieningspaneel van de printer of MFP. Vervolgens configureert u de
printerdriver op alle cliënten zodat deze overeenkomt met de werkstand die u hebt ingesteld op het
bedieningspaneel.
Stel de werkstand in op het bedieningspaneel.
HP LaserJet 9040/9050-serie printer
1.
Gebruik
op
2.
Gebruik
3.
Gebruik
4.
Gebruik
op
5.
Doorgaan naar
die is ingesteld op het bedieningspaneel op pagina
HP LaserJet 9040mfp/9050mfp en HP Color LaserJet 9500mfp
1.
Druk op de knop Menu.
2.
Scroll en kies
3.
Scroll en kies
4.
Scroll en kies Werkstand.
5.
Ga naar de door u gewenste werkstand en kies vervolgens OK. Naast uw selectie verschijnt een
sterretje (*). De MFP wordt in- en vervolgens uitgeschakeld.
6.
Doorgaan naar
die is ingesteld op het bedieningspaneel op pagina
HP LaserJet M9040 MFP n HP LaserJet M9050 MFP
1.
Scroll en raak het
2.
Scroll en raak het
3.
Scroll en raak het
4.
Kies Werkstand.
5.
Selecteer de door u gewenste werkstand en kies vervolgens Opslaan. De MFP wordt in- en
vervolgens uitgeschakeld.
6.
Doorgaan naar
die is ingesteld op het bedieningspaneel op pagina
NLWW
of
om naar
APPARAAT CONFIGUREREN
.
of
om naar
CONFIGURATIE MBM-8
of
om naar
Werkstand
of
om naar de door u gewenste werkstand te gaan en druk vervolgens
. De printer wordt in- en vervolgens uitgeschakeld.
Stel de werkstand in de printerdriver in zodat die overeenkomt met de werkstand
APPARAAT
CONFIGUREREN.
CONFIGURATIE
Stel de werkstand in de printerdriver in zodat die overeenkomt met de werkstand
Beheer
aan.
Werking van apparaat
CONFIGURATIE MBM-8
Stel de werkstand in de printerdriver in zodat die overeenkomt met de werkstand
te gaan en druk vervolgens op
10.
MBM-8.
10.
aan.
aan.
10.
te gaan en druk vervolgens
te gaan en druk vervolgens op
Een werkstand instellen
.
.
9