1.
Lees alle instructies zorgvuldig voor gebruik.
2.
Ontkoppel het apparaat voor u onderdelen bevestigd, verwijdert, of schoonmaakt.
3.
Deze machine hoort niet door kinderen zonder toezicht gebruikt te worden. Laat het koord
niet omlaag hangen, waar een kind het kan vastgrijpen.
4.
Gebruik geen apparaat met een beschadigde kabel of stekker, of een apparaat met
een storing, of is gevallen of beschadigd.
5.
Om u te beschermen tegen brandgevaar, elektrische schokken, of letsel, plaats
het netsnoer, de stekker, of het toestel niet in water of andere vloeistoffen.
6.
Gebruik nooit een onbevoegd aanhangsel.
7.
Vermijd contact met bewegende onderdelen. Hou handen, haar, kleding,
spatels en ander kookgerei weg van het toestel tijdens gebruik om het risico op
letsel of beschadiging van het toestel te voorkomen.
8.
Niet in de buitenlucht te gebruiken.
9.
Laat het toestel niet zonder toezicht werken.
10. Laat kinderen niet met het toestel spelen.
11. Gebruik het toestel alleen voor het bedoelde, huislijk gebruik.
12. Zorg ervoor dat het gehele toestel grondig schoongemaakt is voordat u ijs of
sorbets maakt.
13. Bevries nooit ijs dat deels of geheel ontdooid is geweest.
14. Ijs dat gemaakt is met rauwe ingrediënten hoort binnen één week geconsumeerd
te worden. Vers smaakt ijs het beste.
15. Ijs dat rauwe of deels gekookte eieren bevat moet niet gegeven worden aan jonge
kinderen, zwangere vrouwen, ouderen, of mensen met gezondheidsproblemen.
16. Om brandwonden te voorkomen, zorg dat uw handen beschermd zijn wanneer u
de binnenste kom aanraakt, met name wanneer u het uit de vriezer verwijdert.
17. Als het vriesmiddel uit de binnenste kom lekt, stop het gebruik. Het vriesmiddel is
niet giftig.
18. Plaats het toestel niet op hete oppervlakken, zoals fornuizen, kookplaten of in de
buurt van open (gas) vlammen.
19. Als het netsnoer beschadigd raakt, moet het vervangen worden door de fabrikant,
haar monteurs of dergelijke bevoegde personen om gevaar te voorkomen.
20. Als het netsnoer of het toestel beschadigd raakt, moet het vervangen worden
door de fabrikant of zijn monteur, of dergelijke gekwalificeerde personen om
onnodig gevaar te vermijden.
21. Er moet toezicht worden gehouden op kinderen, om te voorkomen dat ze met het
toestel spelen.
Veiligheidsinstructies
66