Status
De actuele ventielstatus. Staat het ventiel uit of staat de vulklok uit, dan verandert de
(actuele) status van aan in uit.
Curve-instelling
Vandaag per dier en Te voeren | Heeft u diergroepen dan staan hier kopieën van de
instellingen uit scherm 11. De instellingen in dit scherm kunt u dan niet wijzigen. Heeft
u ventielen dan kunt u de instellingen wijzigen zoals beschreven bij de diergroepen in
scherm 11.
Berekende dosering De te voeren hoeveelheid wordt automatisch over de voerbeurten en vervolgens over
de aan de diergroep toegewezen ventielen verdeeld. Afhankelijk van de onderlinge
verdeling tussen de ventielen en voerbeurten varieert de Berekende dosering per
ventiel.
De eerste waarde is de totale dosering voor deze voerbeurt. De tweede waarde geeft
de reeds gedoseerde hoeveelheid voor deze voerbeurt aan. Zie Beurtverdeling, pagina
13).
Vandaag
De actuele voerhoeveelheid die reeds naar het vermelde ventiel getransporteerd is.
Status ventiel
De actuele ventielstatus: open of dicht.
Status
transportsysteem
Het transportsysteem zorgt ervoor, dat het voer in de opvangbak van de voerweger bij
het juiste ventiel terechtkomt. Belangrijk zijn ook de instellingen Afstand tot ventiel en
Afstand tot klaar.
Afstand tot ventiel De tijd die nodig is om het voer van de voerweger naar het ventiel te transporteren.
Dit is een vaste tijd die uw installateur heeft ingesteld. Deze kan ook in pulsen worden
gemeten.
Afstand tot klaar
Een variabele tijd die afhankelijk is van de berekende dosering, de aanvoersnelheid
van het voer, de portiegrootte van de voerweger, de transportsnelheid van het
voersysteem e.d. Ook deze tijd kan in pulsen uitgedrukt worden.
Sensors
Maximum sensor
Is bij het ventiel een maximum sensor gemonteerd is, dan ziet u hier of de maximum
sensor wel of geen voer detecteert. Wanneer de maximum sensor voer detecteert,
stopt de dosering en wordt de huidige voerperiode voor dit ventiel afgebroken.
Vraag sensor
De actuele status van de voersensor. Bij een voervraag wordt de opvangbak gevuld
met de Maximum inhoud van de opvangbak. Iedere voervraag van het ventiel wordt
gehonoreerd totdat de dagdosering bereikt is.
Minimum sensor
Voor een dosering wordt altijd de status van de minimum sensor gecontroleerd.
Bevindt zich voer voor de sensor, dan verschijnt de alarmmelding Ventiel niet vrij. Als
de storing is opgelost voordat het ventiel aan de beurt is, dan wordt dit ventiel
meegenomen in de voercyclus. In het andere geval wordt het ventiel in deze
voerperiode overgeslagen. Aan het einde van de dag kan dan nog een doseringsalarm
volgen.
PFV-94XX-G-NL02080
5. Voersysteem
11