Alarm
10.1 Alarm testen
Test = ja
Het alarmrelais (sirene) wordt gedurende 60 seconden getest.
Test = nee
De alarmtesttijd wordt gewist.
uit = alarm tijdelijk uitschakelen
Optie voor tijdelijk uitschakelen van het alarm (sirene). Zie pagina 5.
Vergeet na oplossen van de storing niet om het alarm weer aan te zetten. Gebruik bij voorkeur de
functie
uit om de storing te verhelpen.
10.2 Laatste alarmen
De laatste vijf alarmoorzaken, die het alarmrelais deden afvallen, worden opgeslagen. Naast de oorzaak van
het alarm wordt ook de datum en de tijd weergegeven. Druk op de toets
voorgaande alarmen te bekijken.
Alarm 0
Weergave van de oorzaak van het laatst opgetreden alarm met de datum en tijd waarop
het betreffende alarm actief is/was.
10.3 Alarmschema
Alarm actief
Met Begin en Eind stelt u de periode in, waarbinnen de op-tijd-ingestelde alarmen
actief moeten zijn.
Status
Alleen als de Status actief is, worden op-tijd-ingestelde alarmen aan de
pluimveecomputer doorgegeven. Alarmen die optreden wanneer de Status uit is,
worden niet meer doorgegeven.
PFV-94XX-G-NL02080
9. Schakelklokken
om de gegevens van de
34