Meetwaarden opslaan
•
Werk zoals beschreven onder « Meetwaarden opslaan » op blz.10.
Bepaling van de diameter
Zie « Gelaste wapeningsmatten » op blz. 14.
5.2
Te geringe betondekking opsporen
Deze functie is een hulp bij de volgende opgaven:
controle na het ontkisten
-
-
oplevering van het gebouw
-
grondslag bij de beoordeling van saneringen.
Instellingen
Zie ook « Instellingen » op blz. 7.
•
De staafdiameter ingeven.
•
De grenswaarde van de dekking ingeven.
•
Geef in het menu «Correctie nevenliggende staaf» de staafafstand in, ingeval deze correctie nodig
is. De ingestelde grenswaarde wordt in dit geval niet opgeslagen (zie Fig. 5.1 op blz. 9).
De instelling van de akoestische zoekhulp heeft geen zin.
De betondekking meten
Met de gekozen grenswaarde kan de sonde, zonder de weergave in acht te nemen, met een snelheid
van max. 0.2 m/s bewogen worden. Is de actuele dekking kleiner dan de ingestelde grenswaarde, dan is
een kort waarschuwingssignaal te horen. Als de sonde zich boven de staaf bevindt, dan verschijnt "---" in
het veld "actuele dekking".
De instelling van de grenswaarde wordt gewist wanneer het aanwijsapparaat
uitgeschakeld wordt.
5.3
Bepaling van de staafdiameter
5.3.1 Met binddraad verbonden wapeningsstaven
A. Diameterbepaling zonder correctie
Voor een juiste bepaling van de staafdiameter is het belangrijk, dat het resultaat niet verstoort wordt door
externe invloeden. Derhalve dient men voor de meting een plaats op de constructie uit te zoeken waar
voldoende afstand beschikbaar is ten opzichte van nevenliggende staven. Zijn de afstanden kleiner, dan
wordt het resultaat te groot. Voor de meting van de staafdiameter in de eerste en in de tweede laag zijn
de minimumafstanden a en b volgens tabel 5.2 blz 13 noodzakelijk.
•
Kies de functie « Meten met statistiek ».
•
Voer de RESET-procedure uit. Zie hiervoor « RESET-procedure » op blz ; 9.
•
Plaats de sonde parallel over de staaf en druk vervolgens de toets ↑.
•
De gemeten staaf diameter d = ..... wordt getoond.
12