Temperatuur 2/3/4
Verwarming/koeling/
Temperatuur
Instelling temperatuur
Bandbreedte
Minimum verwarming
Maximum Verwarming
Minimum koeling
Maximum koeling
Momentele temperatuur
Momentele koeling
Hoogste temperatuur
Laagste temperatuur
Temperatuurverschil
Momentele stand
5.6 Compensaties
Zijn zowel RV-compensatie, NH
compensatiewaarde de correctie van ventilatie/klepstand.
CL-5400-G-NL02081
Hier kunt u de verwarming/koeling/temperatuurregeling (ΔT) in- en uit-
schakelen.
Stel hier de temperatuur in waarop de verwarming/koeling moet regelen. De
temperatuurinstelling is altijd een absolute temperatuurinstelling.
De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de verwarming/koeling. Binnen
de bandbreedte wordt de verwarming/koeling van minimum naar maximum
geregeld. Bij een te kleine bandbreedte reageert de verwarming/koeling zeer
snel op een temperatuursverandering. Dit is niet goed voor het stalklimaat,
vanwege te veel temperatuurschommelingen in de stal.
Met de instellingen Minimum verwarming en Maximum verwarming kunt u de
minimum resp. maximum stand (brandsterkte) van een geregelde verwarming
begrenzen
Met Minimum koeling en Maximum koeling kunt u de minimum resp.
maximum stand (brandsterkte) van een geregelde koeling begrenzen.
Weergave van de actuele, gemiddelde temperatuur op basis waarvan de
koeling regelt.
Weergave van de actuele status van de koeling. Bij een geregelde koeling ziet
u het percentage waarmee de koeling wordt aangestuurd: 0% = uit.
Hoogst gemeten temperatuur (ΔT-meting).
Laagst gemeten temperatuur (ΔT-meting).
Verschiltemperatuur (ΔT) tussen hoogste en laagste meting.
Actuele stand van de regeling (ΔT-meting)
RV-invloed
Min.
-compensatie en CO
3
Bandbreedte
Ingestelde temperatuur [°C]
-compensatie actief, dan bepaalt de hoogste
2
5. Klimaatregelingen
Max.
14