Signalen
Het einde van het spoelprogramma en
eventueel optredende storingen kunnen
met geluidsignalen worden gesigna‐
leerd.
De signalen aan het einde van het pro‐
gramma en het waarschuwingssignaal
als een storing is opgetreden weer‐
klinken vier keer in intervallen met een
korte pauze.
De signalen zijn in de fabriek ingescha‐
keld.
U kunt ze uitschakelen, zodat ze aan
het einde van het programma niet te
horen zijn. Het waarschuwingssignaal is
in geval van een storing altijd ingescha‐
keld.
Open de toesteldeur.
Schakel de afwasautomaat uit met de
toets , wanneer hij nog ingescha‐
keld is.
Houd de programmakeuzetoets in‐
gedrukt en schakel tegelijkertijd de
afwasautomaat in met de toets .
Houd daarbij de programmakeuzet‐
oets minstens vier seconden inge‐
drukt, tot de onderste rechter pro‐
gramma-aanduiding brandt.
Is dat niet het geval, dan moet u alles
nog een keer herhalen.
Programmaopties
Druk 4 keer op de toets .
Het controlelampje knippert vier
keer kort in interval.
De knippervolgorde in de tijdsaandui‐
ding geeft weer of de signalen aan het
einde van het programma in- of uitge‐
schakeld zijn:
– : Signalen zijn ingeschakeld
– : Signalen zijn uitgeschakeld
Wanneer u de instelling wilt wijzigen,
drukt u op de programmakeuzet‐
oets .
De instelling is onmiddellijk opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
toets .
53