Scannen naar Bestand
Wanneer u Scannen naar bestand selecteert, kunt u een document in zwart-wit of kleur scannen en dit direct
naar een aangewezen PC in uw netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en in het
bestandsformaat dat u hebt geconfigureerd in ControlCenter3. U kunt de scanconfiguratie wijzigen. (Zie
Bestand op pagina 68.)
a
Plaats uw document.
b
Druk op
(Scan).
c
Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Bestand te selecteren.
Druk op OK.
Als uw machine Duplex Scan niet ondersteunt, gaat u naar stap f.
Als uw machine Duplex Scan ondersteunt, gaat u naar stap e.
e
Druk op a of b om 1-zijdig, 2zijdig (L)rand of 2zijdig (S)rand te selecteren.
Druk op OK.
f
Druk op a of b om de gewenste PC te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het
bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende PC in.
Druk op OK.
g
Druk op Start.
De machine begint met scannen.
Opmerking
• Als u de gescande gegevens in kleur wenst, kiest u kleur in type scan op het tabblad
Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie. Als u de gescande gegevens in zwart-
wit wenst, kies dan zwart-wit in type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de
ControlCenter3-configuratie. (Zie SCANNEN op pagina 63.)
• Als u de bestandsnaam van de gescande documenten wilt wijzigen, voert u de bestandsnaam in bij het
gedeelte Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie.
Om de instellingen van de toets Scan te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op elke toets van het
ControlCenter, klikt u op Configuratie ControlCenter en klikt u vervolgens op het tabblad
Bedieningsknop Apparaat.
• Als u de standaard bestandsgrootte wilt wijzigen, selecteert u de gewenste grootte door de scrollbalk te
bewegen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van de ControlCenter3-configuratie.
Netwerkscannen (Voor modellen met ingebouwd netwerk)
4
4
94