Een document afdrukken
Als de machine gegevens van uw computer ontvangt, begint deze met afdrukken door het papier in de
papierlade op te halen. De papierlade kan veel verschillende soorten papier en enveloppen invoeren.
(Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor informatie over de papierlade en aanbevolen papiersoorten.)
a
Kies in uw applicatie de opdracht Afdrukken.
Als er nog andere printerdrivers geïnstalleerd zijn op uw computer, kiest u Brother MFC-XXXX of
DCP-XXXX Printer* als printerdriver uit het menu Afdrukken of Afdrukinstellingen van de
softwareapplicatie. Klik daarna op OK om het afdrukken te starten.
*(Hierbij is XXXX uw modelnaam. Als uw machine met een LAN-kabel of een parallelle kabel is
aangesloten, wordt LAN of LPT in de naam van de printerdriver weergegeven.)
Opmerking
• De parallelle interface wordt niet ondersteund voor Windows Vista
• (Macintosh) Zie Functies in de printerdriver (Macintosh) op pagina 135.
b
Uw computer stuurt de gegevens naar de machine.
c
Als de machine alle gegevens heeft afgedrukt, wordt op het LCD-scherm de machinestatus
weergegeven.
Opmerking
U kunt in uw applicatie het papierformaat en de afdrukstand selecteren.
Als uw applicatie het afwijkende papierformaat niet ondersteunt, kies dan het volgende grotere
papierformaat.
Pas dan het af te drukken gedeelte aan door de rechter- en linkermarges in uw applicatie te wijzigen.
®
.
Afdrukken
1
1
3