Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bij Het Opstarten; Tijdens Het Gebruik - HP Z4 G4 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bij het opstarten

Controleer of de computer is aangesloten op een werkend stopcontact.
Verwijder alle optische schijven en USB-flashstations voordat u de computer inschakelt.
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het aan-uitlampje brandt.
Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan het besturingssysteem dat in de fabriek is
geïnstalleerd, controleert u of dit wordt ondersteund door uw systeem door naar
http://www.hp.com/go/quickspecs
Controleer of het beeldscherm oplicht.
Als u een optionele externe monitor hebt:
Controleer of de monitor is aangesloten op een werkend stopcontact.
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan-uitlampje van de monitor brandt.
Als de monitor gedimd is, verhoogt u de helderheid en het contrast.

Tijdens het gebruik

Deze knipperende lampjes op de computer geven foutcodes aan waarmee u een diagnose van het
probleem kunt stellen. Zie het gedeelte van het Diagnostische LED en geluidssignalen (pieptonen) in de
Onderhouds- en servicegids voor uw computer voor meer informatie over de betekenis van deze codes.
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een geluidssignaal hoort, werkt het
toetsenbord correct.
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn aangesloten.
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het toetsenbord of de aan-uitknop te drukken.
Als het systeem in de standbymodus blijft, schakelt u de computer uit door de aan-uitknop gedurende
minimaal vier seconden ingedrukt te houden. Start de computer vervolgens opnieuw op door nogmaals
op de aan-uitknop te drukken.
Als het systeem niet wordt uitgeschakeld, koppelt u het netsnoer los. Sluit het netsnoer na enkele
seconden weer aan. Druk op de aan-uitknop als het systeem niet opnieuw opstart.
Controleer of alle noodzakelijke apparaatstuurprogramma's zijn geïnstalleerd. Als er bijvoorbeeld een
printer is aangesloten, is het noodzakelijk dat er een printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Als u gebruikmaakt van een netwerk, sluit u de computer met een andere kabel aan op de
netwerkaansluiting. Als u nog steeds geen verbinding kunt maken, is er mogelijk een probleem met de
netwerkstekker.
Als u onlangs nieuwe hardware hebt geïnstalleerd, verwijdert u deze hardware om te zien of de
computer dan wel goed werkt.
Als u onlangs nieuwe software hebt geïnstalleerd, verwijdert u deze software om te zien of de computer
dan wel goed werkt.
Als het beeldscherm van een all-in-one-computer niets weergeeft, opent u de computer en controleert u
of de beide uiteinden van de kabel tussen de systeemkaart en het beeldscherm zijn aangesloten.
Controleer bij gebruik van een videokaart of de kaart goed is geïnstalleerd.
Voer een upgrade van het BIOS uit. Mogelijk is er een nieuwe BIOS-versie beschikbaar, die nieuwe
functies ondersteunt of waarmee uw probleem wordt opgelost.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk Problemen oplossen in de Onderhouds- en servicegids op
http://www.hp.com/support.
30
Hoofdstuk 7 Onderhoud, diagnose en basisprobleemoplossing
te gaan.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave