Gebruiksaanwijzing
Afvoerpijp instellen
De afvoerpijp
(Figuur
6) kan omhoog en omlaag of
van de ene naar andere kant worden versteld om de
stroom naar de gewenste plaats te leiden.
1.
Om de afstand van de stroom in te stellen, gaat
u als volgt te werk.
•
Draai aan de vergrendelingshendel
om de draaikolom te ontgrendelen.
1. Vergrendelingshendel
•
Draai de draaikolom naar voren of naar
achteren in de gewenste stand.
•
Zet de vergrendelingshendel vast.
Opmerking:
gemonteerd op de voorkant van de
machine, moet de vergrendelingshendel
worden verwijderd en desgewenst weer
worden gemonteerd op de andere kant van
het frame.
VOORZICHTIG
Verplaats de vergrendelingshendel
niet naar de andere kant van het frame
als de pomp is gemonteerd op de
achterkant van de machine.
2.
Om de stroomrichting in te stellen, draait u de
hendel van de pijp
stand.
Figuur 6
2. Afvoerpijp
Als de pomp wordt
(Figuur
7) in de gewenste
Opmerking:
van de pijp
verminderd door de torsie van de grote moer op
de draaikolom anders in te stellen.
Figuur
6)
1. Hendel van pijp
Vóór het gebruik
g008121
1.
Meet de waterhoogte op het laagste deel van de
bunker. Als de waterhoogte minder dan 6,35 cm
is (halverwege de gleuven op de pomp), moet u
een gat van 30,5 x 30,5 cm met een diepte van
5 tot 7,6 cm graven en de pomp in dit gat laten
zakken
1. Waterhoogte (6,35 cm)
8
De weerstand van de hendel
(Figuur
7) kan worden verhoogd of
Figuur 7
(Figuur
8).
Figuur 8
g008120
g008139