Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modulerende Regelingen Algemeen; Modulerende Weersafhankelijke Regeling Rematic 2945 C3 K; Analoge Regeling (0-10 Volt) - REMEHA Gas 610 ECO Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 610 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.6.2 modulerende regelingen algemeen
Het modulerende karakter van de ketel wordt optimaal
benut met behulp van een modulerende regelaar op
basis van ruimte- en/of buitentemperatuur.
Vraagt de regelaar een vermogen, dan levert de ketel
dat vermogen. Levert de regelaar een berekend setpunt
aanvoertemperatuur dan moduleert de ketel naar deze
berekende waarde (de besturingsautomaat kan dit over-
rulen als de veiligheid in het geding komt).
Hierdoor neemt het aantal bedrijfsuren toe en wordt het
aantal starts drastisch gereduceerd. In combinatie met
de vaste gas- /luchtverhouding betekent dit per saldo
een hoger rendement en lagere onderhoudskosten. Er
kunnen diverse soorten modulerende regelingen worden
aangesloten.
8.6.3 modulerende weersafhankelijke regeling
rematic
2945 C3 k
®
Remeha heeft hiervoor als weersafhankelijke regeling
de rematic
2945 C3 K -regelaar als accessoire lever-
®
baar. Deze regelaar kan zowel een enkel toestel, als
ook meerdere toestellen in cascade aansturen (maxi-
maal 4 x Gas 610 ECO). De aansluitingen hiervoor zijn
geheel voorbedraad. De rematic
kan, naast het weersafhankelijk voorregelen van de
ketel, ook de aansturing van twee gemengde kringen
verzorgen. De regelaar wordt in 1 van de ketelmodules
gemonteerd. Aansluiting vindt plaats met behulp van de
meegeleverde rematic
adapter en de meegeleverde
®
interface die in de besturingskast van de andere ketel-
module ingebouwd kan worden. De regelaar hoeft niet
geactiveerd te worden, de ketel zal de regelaar herken-
nen. Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie
van de betreffende regelaar.
8.6.4 Analoge regeling (0-10 Volt)
Bij deze regeling kan worden gekozen voor het rege-
len op temperatuur of op vermogen. Hieronder worden
beide regelingen kort toegelicht.
Om de ketelmodule analoog aan te sturen, dient het sig-
naal, bij elke ketelmodule separaat, op klemmen X29-11
(+) en X29-12 (-) van de 24 Volt-klemmenstrook in de
besturingskast te worden aangesloten. De interne ketel-
regeling dient per ketelmodule op analoge regeling te
worden ingesteld (zie par. 13.1.3, parameter A).
g
Let op ! !
Als voor de analoge regeling is
gekozen, werken het aan/uit-contact en het hoog/laag-
contact met hogere prioriteit (bijv. voor vorstthermostaat).
specificaties analoge ingang
Ingangsweerstand R
= 66 kW.
in
De analoge 0-10 V spanning moet vrij van de massa
van de besturingsautomaat liggen en de regelaar moet
galvanisch gescheiden zijn van de besturingsautomaat
(massa regelaar niet doorverbinden met massa auto-
maat).
De 0 van het analoge signaal mag niet rechtstreeks
doorverbonden zijn met de 0 van de voedingsspanning.
Analoog regelen op temperatuur
Het 0-10 Volt signaal regelt de ketelaanvoertempera-
tuur tussen 0° en 100°, waarbij het mogelijk is om
het begin- (minimale temperatuurwaarde) en eindpunt
(maximale temperatuurwaarde) op een andere waarde
in te stellen (zie par. 13.2.5).
Deze regeling is modulerend op aanvoertemperatuur,
waarbij het vermogen varieert tussen de minimale en
maximale waarde op basis van het door de regelaar
berekende setpunt aanvoertemperatuur.
2945 C3 K -regelaar
®
afb. 18 Temperatuurregeling via analoog (0-10 Volt)
signaal
00.31H.79.00008 (afb. 1)
Analoog regelen op vermogen
Het 0-10 Volt signaal regelt het ketelvermogen tussen
0% en 100%, waarbij de minimum en maximum waar-
den begrensd worden door het minimum toerental van
de ventilator (uitleesmode, parameter $+%) en het
maximaal ingesteld vermogen (instelmode, parameter
^+&). Deze regeling is modulerend op vermogen,
waarbij het vermogen varieert tussen de minimale en
maximale waarde op basis van de door de regelaar
bepaalde waarde.
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave