Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overige Aansluitingen; Circulatiepomp; Vorstbeveiliging; Installatievoorschrift Voor De Gastechnische Installateur - REMEHA Gas 610 ECO Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 610 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.10 O verige aansluitingen
8.10.1 C irculatiepomp
Iedere module van de Remeha Gas 610 ECO is voor-
zien van een aan/uit-pompschakeling, waarmee een
externe circulatiepomp aangesloten kan worden van 230
Volt (50Hz) / 2 Ampère. Deze pomp wordt om de 24 uur
even ingeschakeld om vastzitten te voorkomen (24-uurs
pompbedrijf). De aan/uit pomp dient te worden aange-
sloten op de aansluitklemmen X27-8, X27-9 en X27-10
van de 230 Volt-klemmenstrook. Door een program-
makeuze op het gebruikersniveau kan naar wens de
nadraaitijd van de circulatiepomp na einde warmtevraag
ingesteld worden (zie par.13.1.2).
g
Let op ! !
fase / nulgevoelig!
Contactbelasting aansluitklemmen X27-9 en X27-10:
Spanning
: 230 Volt
Maximale stroom
: 2 Ampère.
De waterzijdige weerstand bij een dT van 20° voor de
verschillende vermogensvarianten van de Remeha Gas
610 ECO is te vinden in tabel 02, par. 4.2
9
INsTALLATIEVOORsChRIfT VOOR dE GAsTEChNIsChE INsTALLATEuR

9.1 Gasaansluiting

De ketel is geschikt voor het verstoken van aardgas
categorie I
2E(R)B .
De ketel moet op de gasleiding worden aangesloten
overeenkomstig de in de NBN D 51-003 (voor huishou-
delijke gasleidinginstallaties) of NBN D 51-004 (voor
industriële gasinstallaties) gestelde eisen. In de nabij-
heid van de ketel dient een gasstopkraan te worden
opgenomen.
De gasaansluiting bevindt zich per module aan de
bovenzijde van de ketel (zie afb. 02). De ketel is stan-
daard voorzien van een gasfilter om vervuiling te voor-
komen.

9.2 Gasdrukken

De ketel is geschikt voor een gasdruk van 17 - 30 mbar.
De ketel is door Remeha ingesteld op G20 (rijk gas) bij
20 mbar voordruk.
De 2 x 7-, 2 x 8- en 2 x 9-leden uitvoeringen zijn ook
geschikt voor een gasdruk tot 100 mbar. De ketel moet
Remeha Gas 610 ECO
8.10.2 V orstbeveiliging
Als het cv-water te ver in temperatuur daalt, treedt de
ingebouwde ketelbeveiliging in werking.
Als de aanvoerwatertemperatuur:
- lager is dan 7°, dan wordt de, op de ketel aangeslo-
ten, circulatiepomp door de besturingsautomaat inge-
schakeld;
- lager is dan 3°, dan wordt de ketel met minimaal ver-
mogen ingeschakeld;
- hoger wordt dan 10°, dan worden ketel en circulatie-
pomp weer uitgeschakeld. De circulatiepomp heeft nu
een vaste nadraaitijd van 15 minuten.
g
Let op ! !
Dit is dus alleen een beveiliging voor
de ketel. Een eventuele vorstthermostaat (minimaalther-
mostaat) kan aangesloten worden op klemmen X29-9
en X29-10 van de 24 Volt-klemmenstrook.
in dit geval in het veld worden nageregeld voor een
juiste CO
-instelling. De tolerantie op de voordruk is ± 5
2
mbar.
9.3 Gas- /luchtverhoudingsregeling
De ketel is per module voorzien van een pneumatische
gas-/luchtverhoudingsregeling. Doel van de gas-/lucht-
verhoudingsregeling is dat bij een variërende belasting
de verhouding tussen de gas- en de luchthoeveelheid
in de brander op een constant niveau gehouden wordt.
Hiermee wordt een schone en betrouwbare verbranding
en een hoog deellastrendement over het gehele belas-
tingsbereik zeker gesteld.
De minimale luchtdoorstroming wordt voor de start
bewaakt door een luchtdrukverschilsensor.
28

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave