∫ Hulp bij handmatige belichting
De belichting is goed.
− − 3
0
0
3
3
−3
+
+
Stel een hogere sluitertijd of een grotere openingswaarde in.
− − 3
0
0
3
3
−3
+
+
Stel een lagere sluitertijd of een kleinere openingswaarde in.
− − 3
0
0
3
3
−3
+
+
•
De handmatige-belichtingsassistentie is een benadering. Wij raden aan de opnamen op het
weergavescherm te controleren.
Aantekening
•
De helderheid van de LCD-monitor en die van de opgenomen beelden kunnen verschillen.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
•
Draai de bedieningsfunctieknop om de [Lichtmeter] af te beelden. Ongeschikte zones van het
bereik worden weergegeven in het rood.
•
Als er geen geschikte belichting is gevonden, gaan de diafragmawaarde en de sluitertijd rood
knipperen zodra de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt.
•
De weergave van de sluitersnelheid zal terugtellen wanneer de sluitersnelheid op langzaam
gezet is en de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
•
Wij raden aan een statief te gebruiken met een lage sluitertijd.
•
Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitersnelheid die geselecteerd kan worden
1/160 van een seconde.
•
De [Gevoeligheid] wordt automatisch ingesteld op [ISO160] wanneer u de opnamefunctie
schakelt naar Handmatige belichting terwijl [Gevoeligheid] ingesteld is op [AUTO] of [
(Intelligent).
•
Als u een lens met een lensopeningring gebruikt, zet de positie van deze ring dan op [A] om de
instelling van de bedieningsknop te activeren. Op andere standen dan [A] zal de ringinstelling
de prioriteit hebben.
Opnemen
(P82)
- 111 -
]