Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Schakel altijd de machine uit, verwijder
het contactsleuteltje, wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen
voordat u ze afstelt, schoonmaakt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de geluiddempers en het motorcompartiment
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
voordat u de machine stalt of transporteert.
•
Schakel de aftakas uit wanneer u de machine
transporteert of niet gebruikt.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Zet de machine goed vast met spanbanden,
kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als
de achterste spanband moet naar beneden en
naar de buitenkant van de machine lopen.
De brandstofafsluitklep
gebruiken
Sluit de brandstofafsluitklep tijdens transport,
onderhoud en opslag
Controleer of de brandstofafsluitklep geopend is als u
de motor start.
1. AAN
23
(Figuur
23).
Figuur 23
2. U
stand
IT
g273676
g031238