Deze instelling betekent ca. 700mm bodemafstand
tot de rechter hefarmbout.
Aanbouwframe instellen:
Aanwijzing:
de maaier moet in veldtransportpositie
worden gezwenkt!
Aanbouwframe in horizontale positie brengen door de
hydraulische hefarmbalans te verstellen.
1. Zet het 3-weg-ventiel aan de aanbouwbok naar beneden,
om de functie 'hydraulische hefarm' te kiezen.
- dubbelwerkend stuurapparaat aan de trekker bedienen
totdat het aanbouwframe horizontaal staat.
Topstang instellen
- Door het verdraaien van de topverbinding (16) kan de
maaihoogte worden veranderd.
Aanwijzing:
de maaier moet in veldtransportpositie
worden gezwenkt!
Aanwijzing:
Een hydraulische topstang wordt
a a n b e v o l e n
stuurventiel)
1400_NL-AANBOUW_3784
Controle van de ontlasting
1. Bouten van de rechter hefarm op een correcte
1
2. enkelwerkend regelventiel in zwevende positie plaatsen.
3. De laaddruk controleren:
Instelling van de ontlasting
1. Zet de 3-weg-ventiel aan de aanbouwbok omhoog om
2. Dubbelwerkend regelventiel bedienen
3. Voorspandruk aan de manometer aflezen.
4. 3-weg-ventiel aan de aanbouwbok aansluiten (in
- Richtwaarde voor voorspandruk af fabriek:
Bodemafstand van de rechter hefarm instellen
- rechter hefarm instellen.
( d u b b e l w e r k e n d
AANBOUW AAN DE TREKKER
Hydraulische ontlasting instellen
bodemafstand instellen. Punten van de pijlen wijzen
naar elkaar. (zie 'Machine aan de trekker aanbouwen')
door het heffen van de maaibalk aan één kant.
Het gewicht moet binnen en buiten aan de
maaibalk rond 75kg liggen.
75 kg
517-10-07
de functie 'hydraulische ontlasting' te kiezen.
Herhaal de stappen 2 en 3 totdat de gewenste druk op
de manometer kan worden afgelezen.
middenpositie brengen)
Weergavewaarde op de manometer
voor machine zonder kneuzer:
voor machine met kneuzer:
Testloop uitvoeren
1. Maai-unit middels enkelvoudig regelventiel in
zweefstand plaatsen
2. Hefinrichting zolang in de juiste richting bewegen
tot de pijlpunten (1) van de weergave aan de
ontlastingscilinder precies naar elkaar wijzen.
Deze instelling betekent bij NOVACAT 302 ca. 700
mm bodemafstand tot de rechter hefarmbout en bij
NOVACAT 262 ca. 650 mm
- 10 -
Aanwijzing:
Houd er rekening
mee dat de graad
van verontreini-
ging de bodem-
druk van de ma-
chine beïnvloedt.
Aanwijzing:
De hydraulische
aansluiting voor
de hydraulische
ontlasting aan de
maaier is voorzien
van een afsluit-
kraan. Deze moet
worden geopend
als de voor-
spandruk wordt
veranderd. Daarna
moet de afsluit-
kraan weer worden
afgesloten!
110 bar
145 - 150 bar
Aanwijzing:
Onderhoud van
de hydr. ontlas-
Voor het smeren
van de cilinderop-
hangingen moet
de ontlastings-
druk tot 0 bar wor-
den gereduceerd
om een gelijkma-
tige smering te
garanderen.
NL
ting: